Particuliere investeringsfondsen

Het Privé Investeringsfonds wordt vaak opgericht in een financiële vennootschap, waarin verschillende personen en/of rechtspersonen geld steken om een Fonds op te richten dat groot genoeg is om te kunnen investeren in projecten die een van de bestuurders alleen niet zou kunnen doen. Het tweede doel van haar financiële ondernemingen is haar bestuurders, die regelmatig verschillende profielen hebben, in staat te stellen het beleggingsrisico af te zwakken.

Heel vaak beslissen de oprichters van deze fondsen over de doelstellingen (bedrijven) waarin het fonds kan ingrijpen. Zo zouden de oprichters kunnen besluiten om alleen in te grijpen in technologiebedrijven, die ten minste 3 jaar ervaring hebben en een omzet van ten minste 5 miljoen euro hebben. Zij zullen ook beslissen over de minimum- en maximumbedragen van hun interventies

Beleggingsfondsen moeten door de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) worden goedgekeurd om hun activiteit te kunnen uitoefenen.

De fondsen komen in verschillende gevallen en in verschillende vormen tussen. Ze kunnen de onderneming liquiditeit verschaffen voor haar ontwikkeling, maar ook zorgen voor cashflow, d.w.z. een bedrijf helpen te overleven. Zij kunnen ook risicokapitaal financieren om een bedrijf (starter) te helpen bij het opstarten. Sommigen grijpen zelfs al eerder in de onderzoeks- en ontwikkelingsfase in.

Zij kunnen ook ingrijpen in een LBO-operatie, d.w.z. om de overname van een bedrijf te financieren. In dit geval verstrekken de fondsen regelmatig een achtergestelde banklening. Ze kunnen zelfs ingrijpen in een onderneming in moeilijkheden, ook tijdens een LRP (Legal Reorganisation Procedure).

De terugbetalingsformules variëren ook naargelang het type lening, maar zijn zelden langer dan 7 jaar. De leningformules zijn gevarieerd, kunnen in de vorm van aandelenbeleggingen, converteerbare leningen, eenvoudige leningen waarvan de rente zeer variabel is.

Sommige fondsen komen alleen tussen als de financiële vennootschap, die de fondsen uitleent, via haar bestuurders de raad van bestuur van de aanvragende vennootschap integreert. Dit is, wat mij betreft, om de lening als een toegevoegde waarde te beschouwen, ook al worden bestuurders zeer vaak voor hun diensten beloond.

De voordelen van deze formule zijn dat over hun aankoop zeer snel kan worden beslist. Dat de financieringsmaatschappij van het fonds haar expertise en netwerk ten dienste stelt van de onderneming. De terugbetalingsvoorwaarden kunnen vrij eenvoudig worden aangepast als het bedrijf onderweg problemen heeft. Er is geen persoonlijke garantie te geven.

De nadelen zijn dat de leningtarieven hoog zijn en de bedrijfsbaas niet meer volledig vrij is om te doen wat hij wil in zijn bedrijf zonder te verwijzen naar zijn nieuwe raad van bestuur.