Er gaat geen dag voorbij zonder de stad van vandaag en morgen aan te kaarten. Uiteraard boeiend. De stad is een smeltkroes van ervaringen. Ze is tegelijk open en gesloten, voortdurend in beweging en de kern van alle vraagstukken. Haar ontwikkeling is nauw verbonden met de visies van haar beleidsmensen. Helaas garanderen de slingereffecten van politieke veranderingen niet altijd een harmonieuze ontwikkeling op voldoende lange termijn om grootschalige verwezenlijkingen mogelijk te maken. Tegelijk staat ook de planning op lange termijn machteloos tegenover de steeds snellere evolutie van beleidspraktijken en leefpatronen in de stad.
De voorbereiding van de toekomst berust o.a. op vraagstukken als het behoud van de biodiversiteit en het delen van gemeenschappelijke ruimten. Dit zijn de openbare voorzieningen uiteraard, maar ook lucht, licht, lawaai of stilte, het erfgoed – die ons allen toebehoren. De toekomst van de stad vereist passende antwoorden op de crisis die we doormaken op het gebied van mobiliteit, biodiversiteit, bewoonbaarheid en toegankelijke huisvesting voor iedereen.
Deze vraagstukken gaan gepaard met een heleboel tegenstrijdigheden, eigen aan de stad van vandaag. Hierbij hoort de uitdaging van een correcte aanpak in een context van klimaatnood. Een oplossing zoeken kan je vergelijken met een draadje oppikken in een kluwen dat zo verward is dat je nooit weet of je het bij het rechte eind hebt.
De informatie zit zodanig tegenstrijdig in elkaar dat je je al gauw machteloos voelt. We moeten woningen voorzien voor iedereen, maar de stad niet dichter maken dan ze nu al is. Voertuigen moeten trager rijden, maar het openbaar vervoer moet zijn commerciële snelheid behouden. Er zijn nieuwe fietspaden nodig, maar dan zonder te knagen aan de aan auto’s voorbehouden ruimte. Er is meer passiefbouw vereist voor woningen, maar zonder bestaande gebouwen af te breken. De huizen moeten worden geïsoleerd, maar zonder aan bestaande straatgevels te raken. We moeten bomen planten om de opwarming van de aarde te bestrijden, maar wel met inheemse soorten, die deze opwarming misschien niet zullen verdragen. We moeten meer groene voorzieningen aanleggen en asfalt weghalen, maar opnieuw zonder ruimte af te snoepen die aan auto’s is voorbehouden …
De stad draagt de littekens van ons rampzalig gebruik van hulpbronnen. De bodem zit vol tunnels, riolen en allerlei leidingen. Dit wanordelijk ondergronds kluwen heeft overal de aarde vervangen, wat de noodzakelijke vergroening van de steden bijzonder bemoeilijkt. Het water dringt niet meer in de bodem door omdat de oppervlakte waterdicht werd gemaakt. De biodiversiteit is hierdoor aangetast. Het risico op overstromingen neemt toe en het fenomeen van stedelijk hitte-eiland breidt zich uit. De luchtkwaliteit is vaak erbarmelijk, om nog maar te zwijgen over de kwaliteit van de stilte.
Ecologisch herstel
In zijn schitterend essay “Le nouvel urbanisme parisien” presenteert Jean-Louis Missika, adjunct burgemeester van Parijs, zijn visie op ecologisch herstel toegepast op stedenbouw. Dit herstel is doelbewust en raakt verder dan louter bescherming voor beschadigde natuurgebieden. Het brengt het ecosysteem opnieuw in evenwicht door de oppervlakte van bedreigde natuurgebieden te vergroten en netwerken aan te leggen tussen deze stukjes natuur. Dit ecologisch herstel in een stedelijke omgeving bevordert de biodiversiteit. Het vermindert de ruimte voor auto’s ten voordele van voetgangers en fietsers. Het geeft de voorkeur aan de aanpassing van gebouwen eerder dan aan sloop en heropbouw. Het bevordert de volle grond en bestrijdt de waterdichtheid van bodems. En het stelt de stedelijke dichtheid in vraag.
De heropleving van de natuur in de stad is het thema van het eerste artikel in ons stedenbouwkundig dossier. We bespreken daarin enkele invalshoeken voor ecologisch herstel in Brussel. We onderstrepen er het belang van bomen en dieren in de stad, evenals de noodzaak van volle grond tegenover bevolkingsdichtheid en waterdichte bodems. Het dossier onderzoekt de plaats van de auto en het harmonieus en veilig delen van alle ruimtes die voor mobiliteit zijn bestemd. In tegenstelling tot de voorrang die sommigen willen geven aan de auto, de fiets of de voetganger – wat moeilijk te verzoenen valt – stellen landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, geografen en sociologen dat de natuur het fundament van de stad moet worden. En daarbij wordt de stad bedacht als een natuurlijke omgeving die planten- en dierenleven combineert.
Deze biodiversiteit zou worden hersteld dankzij deugdzame cirkels waaraan elke burger voordelig kan deelnemen. Hiermee zijn we op weg naar de stad van morgen: evenwichtig, gedeeld, aangenaam om in te wonen, vredig, welwillend en open voor ontmoetingen.
Sophie Le Clercq
“De voorbereiding van de toekomst berust o.a. op vraagstukken als het behoud van de biodiversiteit en het delen van gemeenschappelijke ruimten. Dit zijn de openbare voorzieningen uiteraard, maar ook lucht, licht, lawaai of stilte, het erfgoed – die ons allen toebehoren.”
Sophie Le Clercq staat al meer dan 20 jaar aan het hoofd van het bouwbedrijf CIT Blaton, dat door haar grootvader Émile Blaton werd opgericht. Ze beheert bovendien haar eigen vastgoedbedrijf JCX en zorgt voor het beheer van de Davids, een biologisch landbouwbedrijf in de Franse Luberon, waar ook gasten welkom zijn. Sophie Le Clercq is gasthoofdredacteur van ons magazine Brussel Metropool voor het dossier ‘Stedenbouw’, waarin ze de relatie tussen stad en natuur voor het voetlicht brengt. Ze is ook te gast in een aflevering van onze podcast Metropool, die u kunt beluisteren op www.beci.be/podcast.