Telewerken in het buitenland in het kader van de COVID-19 pandemie? Dit moet je weten

2 november 2020 om 10:11 

Telewerk, een van de belangrijkste maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie, is sinds maandag 2 november “verplicht bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten voor alle personeelsleden, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening”. De regering heeft onlangs aangekondigd dat er verscherpte controles zullen plaatvinden.

Ook al wordt telewerk geacht te worden uitgevoerd op de woonplaats, toch gebeurt het vaak – vooral in het Brussels Gewest – dat werkgever en werknemer, vrijwillig of onvrijwillig te maken krijgen met een situatie waarbij telewerk uitgevoerd wordt vanuit het buitenland: hetzij omdat de werknemer inwoner is van een andere staat (bijvoorbeeld een grensarbeider of een expat), hetzij omdat de werknemer in het buitenland gestrand is omwille van een lockdown, hetzij omdat de werknemer tijdelijk weg wil uit een regio waar COVID-19 actief circuleert – of gewoon om te ontsnappen aan het sombere weer in één van de zeldzame nog toegelaten zonnige bestemmingen. Waar dient in die gevallen op gelet te worden?

 

Toepasselijke wetgeving 

In het geval van tijdelijk telewerk in het buitenland, blijft op de arbeidsovereenkomst het recht van toepassing dat door de partijen gekozen werd. Wanneer de periode van telewerk in het buitenland echter verlengd dreigt te worden, en ingeval er zich een geschil voordoet, zou de rechter van het land waar het telewerk uitgevoerd wordt (bijvoorbeeld Zwitserland) echter van oordeel kunnen zijn dat de “dwingende” bepalingen van de plaatselijke arbeidswetgeving die gunstiger zijn voor de telewerker moeten worden toegepast, met name bepalingen inzake minimumloon, werktijd of dringende redenen.

 

Fiscaliteit 

Als algemene regel geldt dat, wanneer de werknemer in België woont en slechts occasioneel en op tijdelijke basis (minder dan 183 dagen per jaar over een periode van 12 maanden en op voorwaarde dat hij door een Belgische werkgever wordt betaald) telewerk verricht in het buitenland, de werknemer belastingplichtig blijft in België.

In het geval van grensarbeiders werden specifieke akkoorden gesloten tussen België en zijn buurlanden (uitsluitend met Luxemburg, Nederland, Frankrijk en Duitsland) om, onder bepaalde voorwaarden, de heffingsbevoegdheid te handhaven in het land waar de beroepsactiviteit gewoonlijk uitgevoerd wordt, en dit tot 31 december 2020, onder voorbehoud van verlenging. De dagen van telewerk verricht in de woonstaat van de werknemer als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van COVID-19 worden dus in principe niet beïnvloed.

De situatie is volledig anders voor buitenlandse werknemers die recent aangeworven werden, maar die zich door de gezondheidscrisis nog niet naar België hebben kunnen begeven om er te werken en er hun nieuwe (fiscale) woonplaats te vestigen. Dergelijke werknemers die telewerk verrichten voor een Belgische werkgever, blijven onderworpen aan de belasting in de woonstaat/staat waar het telewerk verricht wordt.

Voor de werknemers die genieten van de regeling voor belastingheffing voor buitenlandse arbeidskrachten en buitenlandse leidinggevenden die tijdelijk tewerkgesteld zijn op het Belgisch grondgebied en die hun woonplaats in België hebben, geldt ten slotte dat de dagen waarop telewerk verricht wordt in het buitenland die buiten het kader van zakenreizen in het buitenland worden uitgevoerd, tot nader order, niet in rekening gebracht in de “travel exclusion”, waardoor de belastbare bezoldiging in België vermindert.

 

Sociale zekerheid 

Volgens de laatste richtlijnen van de RSZ, worden de perioden van telewerk die als gevolg van de COVID-19 crisis door grensarbeiders verricht worden op het Belgisch grondgebied, bij wijze van uitzondering, niet in aanmerking genomen voor de bepaling van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving en hebben die bijgevolg geen enkele invloed op hun aansluiting bij een sociaal zekerheidsstelsel, en dit ten minste tot 31 december 2020.

Opgelet, hoewel bepaalde staten (Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, enz.) dit standpunt lijken te ondersteunen, leggen ze niet noodzakelijk dezelfde flexibiliteit aan de dag.

In het geval van telewerk verricht door niet-grensarbeiders – bijvoorbeeld in Spanje – door een werknemer die normaal in België tewerkgesteld is, zouden de Spaanse socialezekerheidsautoriteiten bij een controle kunnen beslissen om de telewerker te onderwerpen aan de Spaanse sociale zekerheid, waarbij de werkgever in België hen de sociale bijdragen moet overmaken.

Om verrassingen te vermijden, wordt aanbevolen om voorzichtigheidshalve een A1-verklaring aan te vragen bij de RSZ, waarin wordt bevestigd dat de werknemer onderworpen blijft aan de sociale zekerheid in België en de detacheringsregeling toe te passen.

Volledigheidshalve nog dit: een werknemer (al dan niet grensarbeider) die recent aangeworven werd in België, maar die nog niet naar België is kunnen komen omwille van de lockdown en die telewerkt vanuit het buitenland sinds de aanvang van zijn/haar arbeidsovereenkomst, blijft in principe onderworpen aan de sociale zekerheid van de staat waar het telewerk verricht wordt.

 

Aandachtspunten 

  • erover waken dat een addendum bij de arbeidsovereenkomst afgesloten wordt waarin de modaliteiten van het telewerk geregeld worden en waarin uitdrukkelijk vermeld wordt dat de plaats van het telewerk niet beschouwd mag worden als de plaats van normale tewerkstelling van de werknemer;
  • zich ervan vergewissen dat de verzekeringsdekking voor arbeidsongevallen uitgebreid wordt naar de plaats van telewerk in het buitenland;
  • zich (in de mate van het mogelijke) ervan vergewissen dat de plaats van telewerk in het buitenland voldoet aan de voorwaarden inzake welzijn op het werk;
  • verduidelijken op welke wijze de kosten die inherent zijn aan het telewerk terugbetaald zullen worden door de werkgever;
  • zorgen voor de bescherming van bedrijfsgegevens door de werknemer in het buitenland, maar ook voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemer door de werkgever;
  • voorzien in de mogelijkheid om elektronische medische attesten te overhandigen in geval van arbeidsongeschiktheid;
  • voor een buitenlandse werknemer die recent aangeworven werd in België, zich ervan vergewissen dat die zijn fiscale woonplaats vestigt in België en er voldoende lang werkt om zijn toestand te regulariseren;
  • voorafgaandelijk de plaatselijke gezondheidssituatie en eventuele reis- en verblijfsbeperkingen controleren.

 

Over de auteurs

osborne clarke

Delen