We kennen allemaal de Europese Unie (EU). Brussel staat er immers in het hart van – geografisch, economisch en politiek. Maar hoeveel weet u van andere Europese kaders, zoals het Schengengebied, de Europese Economische Ruimte (EER) en de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA)? Deze vier samenwerkingsverbanden (inclusief de EU) zijn verre van inwisselbaar: ze hebben elk hun eigen doelstellingen en juridische, logistieke en commerciële gevolgen, vooral wat betreft invoer- en uitvoerprocedures, tarieven en regelgevingsafstemming.
De Europese Unie (EU)
De EU vormt een interne markt en douane-unie voor haar 27 lidstaten, met vrije beweging van goederen, diensten, personen en kapitaal. Dit biedt ondernemingen aanzienlijke voordelen: geen douanerechten op goederen tussen lidstaten; geharmoniseerde productvoorschriften die grensoverschrijdende handel vereenvoudigen; een gemeenschappelijk buitentarief voor invoer uit derde landen; en toegang tot door de EU onderhandelde handelsakkoorden. Dankzij deze politieke en economische unie genieten EU-bedrijven van naadloze toegang tot alle andere EU-markten, waardoor het een van de meest soepele handelsomgevingen ter wereld is.
Het Schengengebied
Het Schengengebied is geen handelszone, ook al wordt dat vaak gedacht. Het maakt de vrije verplaatsing van personen mogelijk via paspoortvrij reizen. De EU en Schengen overlappen sterk: 25 EU-landen (behalve Ierland en Cyprus) behoren ertoe. Met IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland komt het totaal op 29 landen.
Schengen heeft geen invloed op douaneregels, dus goederen die naar Zwitserland of Noorwegen gaan, worden niet anders behandeld. Wel verbetert het de logistiek: werknemers, chauffeurs en technici kunnen sneller grenzen oversteken. Daarom kan het aantrekkelijker zijn een dochteronderneming in een Schengenland te vestigen dan in een derde land. Zakenreizen naar Schengenlanden – voor een beurs of vergadering – verlopen ook vlotter.
De Europese Economische Ruimte (EER)
De EER breidt de interne markt van de EU uit naar drie niet-lidstaten: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Deze landen volgen de meeste EU-regels inzake vrij verkeer, hoewel ze geen lid zijn. Brusselse ondernemingen profiteren van verminderde regeldruk en grotendeels afgestemde productnormen, consumentenbescherming en milieuregels. Douaneprocedures blijven echter van toepassing, aangezien deze landen niet in de douane-unie zitten. Voor uitvoer is een EORI-nummer en een douaneaangifte vereist, zelfs wanneer er geen tarief geldt. In de praktijk fungeert de EER als een ‘lichte versie’ van de EU: toegang tot de markt, maar met extra administratieve lasten.
De Europese Vrijhandelsassociatie (EVA)
De EVA bestaat uit de vier niet-EU Schengenlanden: Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Anders dan de EU is dit geen douane- of politieke unie. Er is geen gemeenschappelijk buitentarief en geen gedeelde regelgevende autoriteit. De EVA staat in principe voor vrijhandel, maar biedt niet de procedurele en regelgevende eenvoud die de EU of EER wel geven.
Geografisch dichtbij, maar goede handelspartners?
Hoewel Zwitserland geen lid is van de EER, is het België’s belangrijkste handelspartner binnen de EVA. Farmaceutische producten domineren, maar ook machines, chemicaliën en precisie-instrumenten zijn belangrijk. De EU en Zwitserland hebben meer dan 100 bilaterale akkoorden gesloten, die het land gedeeltelijke toegang tot de interne markt geven. Volgens Jean-Philippe Mergen van BECI staat Zwitserland in de top 3 van landen waarvoor Belgische bedrijven een ATA-carnet aanvragen – handig voor tijdelijke invoer bij bijvoorbeeld beurzen. Zwitserland is door zijn welvaart en meertaligheid (Duits, Frans, Italiaans) een aantrekkelijke zakenlocatie.
Noorwegen is een cruciale partner voor België: het levert ongeveer 30% van de Belgische gasimport en voert jaarlijks meer dan €1,2 miljard aan Belgische goederen in. Als EER-lid past Noorwegen de EU-productnormen toe, maar het zit buiten de douane-unie: exporteurs moeten dus aangiftes en oorsprongsbewijzen indienen om van preferentiële tarieven te profiteren. Belangrijke groeisectoren zijn hernieuwbare energie, biotechnologie en gespecialiseerde agrovoeding.
IJsland is een kleinere, stabiele markt binnen de EER. Het stemt zijn productnormen nauw af op de EU, waardoor technische belemmeringen verminderen, maar douaneformaliteiten en oorsprongsdocumenten blijven verplicht. Aluminium, zeevruchten en hernieuwbare energie zijn kernsectoren, met nichekansen voor Belgische technologie- en energiebedrijven.
Liechtenstein is klein maar zeer welvarend en exportgericht. Het behoort tot de EER en heeft een douane-unie met Zwitserland: het volgt EU-productnormen maar Zwitserse douaneprocedures. Dit rijke marktsegment vraagt naar precisie-engineering, elektronica en financiële diensten, al moeten goederen de Zwitserse douane passeren.
Bezoek van Ursula von der Leyen aan IJsland in juli 2025. Van links naar rechts: Kristrún Frostadóttir, Ursula von der Leyen en Katrín Gunnarsdóttir, IJslands minister van Buitenlandse Zaken.
Aanbevelingen voor Brusselse bedrijven
Zonder twijfel profiteren Brusselse ondernemingen het meest van handel binnen de EU, de enige die vrijstelling van alle douanerechten biedt. Handel met EVA- of EER-landen is echter eenvoudiger dan met andere derde landen. Het Schengengebied biedt enkel het voordeel van vrij verkeer van personen.
Welke markt u ook beoogt, controleer altijd of er een vrijhandelsakkoord met de EU bestaat. De Access2Markets-tool van de Europese Commissie geeft inzicht in tarieven, oorsprongsregels, btw en vereiste documenten. Het internationale team van BECI staat ook klaar om te helpen.
Klik hier voor meer informatie over de Beci International-gemeenschap.