De BVBA is dood, lang leve de BV! Kansen voor ondernemers?

10 april 2019 om 16:04 | 10133 weergaven

©Gettyimages ©Gettyimages

Een van de voornaamste vernieuwingen in de hervorming van het Wetboek van Vennootschappen (die vanaf 1 mei 2019 geleidelijk van kracht wordt) betreft de Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (BVBA), de meest verspreide vennootschapsvorm in België. Die ruimt binnenkort de plaats voor de Besloten Vennootschap (BV). Naast de naamsverandering houdt de nieuwe BV een pak nieuwe mogelijkheden in voor elke projectdrager, maar ook enkele risico’s.

 

Het begrip ‘kapitaal’ valt weg

Een belangrijke innovatie is de verdwijning van het begrip ‘sociaal kapitaal’, dat niet langer overeenstemt met de economische werkelijkheid in de bedrijfswereld van vandaag. Het samenstellen van een minimumkapitaal van 18.550 € wordt dus niet langer vereist. Het bood schuldeisers trouwens niet de effectieve bescherming die zij ervan verwachtten, maar confronteerde de bedrijven met kosten en bureaucratische procedures. De post ‘kapitaal’ zal dus volledig uit de jaarrekening verdwijnen.

De plaats wordt ingenomen door het begrip ‘patrimonium’, waarmee de onderneming haar activiteiten moet financieren en haar schuldeisers betalen. Om precies deze schuldeisers gerust te stellen, moet het financiële plan meer in detail gaan en kan de uitkering van de winsten of reserves pas na een balans- of liquiditeitstest plaatsvinden. In de praktijk begaat een persoon die deelneemt aan de oprichting van een besloten vennootschap een fout als van meet af aan duidelijk is dat de vennootschap niet over voldoende middelen zal beschikken om de geplande activiteiten te financieren. In een dergelijk geval kan de aansprakelijkheid van de oprichters in het geding zijn.

 

Houdt de BV een groter risico in voor de oprichters?

Omdat geen minimaal sociaal kapitaal wordt vereist, zullen talrijke projectdragers geneigd zijn om sneller een eigen vennootschap op te richten. Laten we hier meteen duidelijk maken dat deze aanpak een aantal risico’s inhoudt. Momenteel kan de zaakvoerder van een BVBA aansprakelijk worden gesteld voor ‘beheerfouten’ binnen een bedrijf, hoewel dit in de praktijk vrij zelden voorkomt. De bepalingen met betrekking tot de BV vervangen dit begrip echter door de term ‘fouten bij de uitvoering van zijn opdracht’, wat op het eerste gezicht ruimer kan worden geïnterpreteerd.

We zullen dus aandachtig moeten nagaan hoe de rechtbanken dit begrip zullen interpreteren, om ondernemers niet onnodig bloot te stellen aan de risico’s die eigen zijn aan een ondernemersactiviteit. De aansprakelijkheid van de zaakvoerders wordt beperkt, maar het minimumbedrag van dit plafond bedraagt nog steeds 125.000 € voor kleine vennootschappen, wat aanzienlijk blijft voor de zaakvoerder van een dergelijk bedrijf. Het is daarom belangrijk dat elke projectdrager zich van deze aspecten bewust wordt voordat hij van start gaat.

 

Meer vrijheid bij de verkoop van aandelen

De BV krijgt een flexibel kader voor de overdracht van aandelen. In de BV kan de overdraagbaarheid van aandelen immers volledig vrij worden geregeld, met als gevolg dat de BV een zeer gesloten of een zeer open vennootschap kan worden.

De huidige wetgeving voorziet beperkingen bij de overdracht van aandelen van BVBA’s. Deze beperkingen kunnen in de statuten wordt versterkt, maar niet versoepeld. De nieuwe wetgeving hanteert een tegenovergestelde filosofie: de statuten kunnen de overdraagbaarheid van de aandelen van de BV vrijelijk regelen. Het principe voorziet nog steeds een beperkte overdraagbaarheid (op voorwaarde dat ten minste de helft van de aandeelhouders die ten minste driekwart van de aandelen bezitten, dit goedkeuren), maar van deze regel kan worden afgeweken door te voorzien in een specifieke goedkeuring van de overdracht.

Deze goedkeuring kan eenvoudigweg een schriftelijk document zijn, bijvoorbeeld de notulen van een algemene vergadering of een door de aandeelhouders ondertekend document. Een vergadering van de aandeelhouders is dus niet altijd noodzakelijk.

 

De rechtsonzekerheid van de hervorming beperken

Om te vermijden dat de keuzevrijheid verwarring schept onder nieuwe ondernemers of dat er lacunes ontstaan wanneer oprichters bepaalde vraagstukken in de statuten regelen, voorziet de wet duidelijke aanvullende regelingen, die in de meeste gevallen passend zullen zijn wanneer er in niets anders is voorzien. Op deze manier krijgen de oprichters en juridisch kader aangeboden als zij het niet zinvol achten om op maat gesneden voorzieningen te ontwikkelen of als zij enig aspect van de organisatie van hun vennootschap uit het oog zijn verloren.

 

Wat gebeurt er met de bestaande BVBA’s?

Bestaande BVBA’s hebben tot 1 januari 2024 de tijd om vrijwillig hun wettelijke statuten te wijzigen. Vanaf 1 januari 2020 zijn ze echter verplicht om dit te doen zodra ze hun statuten wijzigen. Vanaf 1 januari 2024 krijgen BVBA’s automatisch de rechtsvorm van BV. De bestuurders van de vennootschap dienen echter altijd het initiatief te nemen om de statuten te wijzigen. Zo niet, begaan ze een fout waarvoor zij aansprakelijk kunnen worden gesteld.

 

 

Welke ondersteuning krijgen de bedrijven?

Beci, Kamer van Handel en Nijverheid van Brussel, organiseert thematische opleidingen om ondernemers te helpen anticiperen op de voornaamste veranderingen, in functie van hun behoeften. Hieronder vindt u de planning en het programma van de volgende seminars:

23/04: De hervorming van het Wetboek van Vennootschappen voor VZW’s

07/05: De aansprakelijkheid van bestuurders

15/05: De voornaamste fiscale gevolgen voor uw onderneming

22/05: Wat verandert er voor de aandeelhouders?

Opgelet: de data en onderwerpen van deze opleidingen kunnen veranderen. Raadpleeg ook onze Agenda

informatie en inschrijvingen: communication@beci.be

Delen