50 jaar na de eerste overwinning van Eddy Merckx in de Ronde van Frankrijk is Brussel gastheer van het ‘Grand Départ’, op 6 juli. Naar verluidt zou het derde meest populaire sportevenement ter wereld naar verwachting 800.000 toeschouwers naar Brussel trekken. Voor onze hoofdstad meteen een schitterende return on investment.
“De start van de Ronde van Frankrijk is ontegensprekelijk een van de grootste sportevenementen die Brussel heeft meegemaakt.” De Brusselse burgemeester Philippe Close is duidelijk opgetogen met het vooruitzicht van de ‘Grote Start’. Weliswaar betekent deze happening een echte economische zegen voor ons Gewest … en in feite voor gans het land. Wij gaan de overwinning vieren van Eddy Merckx tijdens zijn eerste deelname aan de Ronde van Frankrijk (in 1969!). Onze hoofdstad organiseert dus de start van de Tour de France op 6 juli, met een race van bijna 200 km, voornamelijk doorheen de twee Brabants. Op 7 juli volgt een tijdrit die een tiental Brusselse gemeenten zal doorkruisen.
Als we de presentatie van de teams en de voorbereiding van de Ronde erbij rekenen, zal de stad bijna een week lang feest vieren. Alleen al de organisatie mobiliseert 4.500 mensen (teams en journalisten inbegrepen) die allemaal in Brussel worden verwacht, naast op zijn minst 800.000 toeschouwers.“Deze raming berust op een analyse van de impact op de steden Utrecht en Düsseldorf, waar het ‘Grand Départ du Tour’ respectievelijk in 2015 en 2017 plaatsvond”, verduidelijkt Jeroen Roppe, woordvoerder van Visit Brussels, het orgaan dat instaat voor de promotie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. “De directe impact hebben we nog niet berekend, maar het staat als een paal boven water dat het evenement een flinke stimulans zal betekenen voor de Brusselse economie.”
De reden waarom de initiatiefnemers voorlopig geen cijfers voorleggen heeft vooral te maken met de moeilijkheid om de impact objectief te evalueren. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de directe impact, die al enkele weken later kan worden vastgesteld, en de indirecte impact, die tot uiting komt in de zichtbaarheid van bestemming Brussel in het buitenland, met gevolgen in de komende jaren. Qua onmiddellijke impact wordt het‘Grand Départ’zeker een buitenkans voor de hotelsector: “Begin juli is meestal een rustige periode voor de hotelsector in Brussel”, weet Rodolphe Van Weyenbergh, woordvoerder van de Brussels Hotels Association. “Wij hopen met het‘Grand Départ’ die ganse week volgeboekt te krijgen. Wij schatten dat ongeveer 25.000 mensen tijdens die week in hotels zullen verblijven. De organisatie van de Ronde, de teams en de pers vertegenwoordigen samen al 4.500 mensen, van wie de meesten al hun kamers hebben geboekt. We zullen ook rekening moeten houden met de toeristen, die vaak op het laatste moment reserveren. Het Brusselse Gewest beschikt over 18.000 hotelkamers.”
Amper 8% buitenlanders in Utrecht
De andere sector die uiteraard goed zal varen met deze drukte, is vanzelfsprekend de Horeca. Dit zal zich niet beperken tot de cafés in het centrum van de stad, maar ook in de Brusselse gemeenten waar de wielrenners langs rijden, en dan voornamelijk Etterbeek, de beide Woluwe, Elsene, Schaarbeek en Laken.
“De impact van de Ronde van Frankrijk op restaurants en cafés valt bijzonder moeilijk te ramen”, stelt Philippe Trine, hoofd van de Brusselse Horecafederatie. “Er zijn meer dan 4.000 restaurants en cafés in Brussel, maar ook veel onberekenbare factoren. Niemand twijfelt aan de impact van de Tour de France, maar begin juli kan zowel een uitstekende periode zijn als een moeilijke week. De Ronde van Frankrijk is uiteraard een outdoor sportevenement en zelfs als er veel volk wordt verwacht, kan een aanhoudende regen alle voorspellingen in de war sturen.”
De analyse van statistieken van vorige edities kan ons een idee geven van de economische return on investment. De Duitse stad Düsseldorf was in 2017 gastheer voor de start van de Tour de France. Twee jaar vroeger was Utrecht aan de beurt. Düsseldorf heeft 600.000 inwoners, Utrecht slechts 350.000. Op het vlak van potentieel publiek zou Brussel dus beter moeten scoren. Op zaterdag 1 juli 2017 moedigden 500.000 fans in Düsseldorf de wielrenners aan tijdens een tijdrit … in de regen. De tweede etappe reed de volgende dag van Düsseldorf naar Luik en 800.000 mensen juichten de renners toe. De analyses zijn nauwkeuriger voor de stad Utrecht, waar de Grote Start van de Ronde van Frankrijk in 2015 plaatsvond. Tijdens deze tweedaagse, verplaatsten zich 750.000 toeristen, onder wie 365.000 mensen voor de eerste etappe op 4 juli. Uit de statistieken blijkt dat 39% van de bezoekers in de stad zelf woonde, tegen 61% buiten Utrecht. Het waren overwegend Nederlanders. In feite werd dit Grand Départ slechts door 8% buitenlanders bijgewoond, onder wie vooral Duitsers (25%) en Belgen (21%). Van de duidelijk kwantificeerbare economische opbrengsten vertegenwoordigde de aanwezigheid van het personeel (de teams, de journalisten en de organisatie) 1,2 miljoen euro opbrengsten in overnachtingen en catering, of 267 euro per persoon. Op zich al een mooie opbrengst, die Brussel echt nodig heeft. De stad Brussel heeft namelijk vijf miljoen euro uitgegeven om de Ronde van Frankrijk te mogen ontvangen!
Een volledig programma, 100 dagen voor de start
De organisatoren van de Ronde beweren doorgaans dat één geïnvesteerde euro rechtstreeks 1,5 euro opbrengt aan de gaststad. Op de langere termijn zou deze investering zelfs 4 tot 10 euro opleveren. Beleidsmensen leggen eerder de klemtoon op de zichtbaarheid van de stad, die in het buitenland dankzij de Tour flink toeneemt. De Ronde van Frankrijk is namelijk het derde meest populaire evenement ter wereld. Het komt in minstens 190 landen op TV. 60 televisiezenders volgen de Tour live op. Dit betekent dat 1 tot 3,5 miljard kijkers in de wereld deze gebeurtenis zien. “Deze zichtbaarheid kan niet worden vergeleken met voetbalwedstrijden of atletiek, waarbij de gaststad niet noodzakelijkerwijs in de kijker komt te staan”, zegt burgemeester Philippe Close.
Om succes te verzekeren heeft de Stad Brussel een feestelijk programma ontworpen dat 100 dagen voor de Start – dus op 28 maart – is begonnen. De activiteiten voorzien onder andere de inrichting van het Maison du Tour op het De Brouckèreplein, de inhuldiging van het Eddy Merckxplein in Sint-Pieters-Woluwe, een speciaal weekend half mei, 50 dagen voor het Grand Départ, een fietsfeest op 2 juni en de BXL Tour op 16 juni. “Met deze evenementen richten we ons op een lokaal publiek”, aldus Jeroen Roppe, van Visit Brussels.
Het wordt dus een publiciteitsstunt voor Brussel en een mooie economische kans voor de Horeca. Toch zal de Tour de France ook ongemakken veroorzaken: verkeersopstoppingen, de mobilisatie van politiepersoneel, energiekosten (een etappe van de Tour genereert maar liefst 20 ton afval en 410.000 ton CO2!), naast het steeds negatievere imago van wielrennen door de vele dopinggevallen. En tot slot zal het economische resultaat van het evenement grotendeels afhangen van een factor waarop wij helemaal geen vat hebben: het weer!

Jeroen Roppe (Visit Brussels)

Rodolphe Van Weyenbergh
Philippe Close: “De impact van de Tour zullen we over 2 tot 3 jaar kunnen berekenen”
De burgemeester van Brussel is optimistisch, maar richt zich vooral op de voordelen van de Tour op lange termijn.
Hoeveel kost het Grand Départ aan de Stad Brussel?
De Stad betaalt 5 miljoen euro aan de organisatoren van de Tour de France om de Grote Start te mogen onthalen. Voeg daarbij 2 à 3 miljoen voor de activiteiten rond de Tour. Tegelijk investeert het Brusselse Gewest 1,5 tot 2 miljoen. De kosten voor beveiliging, politie of personeel zijn hier niet bijgerekend. Vergeleken met andere gebeurtenissen, ligt het rendement op de investering extreem hoog. De strategie die meer dan 10 jaar geleden in gang werd gezet om een positief imago van Brussel te verspreiden, begint nu haar vruchten af te werpen. De Stad verwelkomt nu meer dan 8 miljoen toeristen per jaar.
Hebt u de mogelijke return on investment al berekend?
Ik kan u nu geen cijfers geven, maar de rentabiliteit is zeker de moeite waard. Het directe rendement is in de horeca onmiskenbaar, ook al weten we dat vrijetijdstoerisme minder opbrengt dan zijn zakelijke tegenhanger. Wielrennen is een van de weinige sporten waarbij mensen ook de bestemming ontdekken, in tegenstelling tot voetbal of tennis. De Tour de France is bovendien het grootste gratis toegankelijke sportevenement ter wereld. Wij hebben ondernemingen en organisaties opgeroepen om deel te nemen aan dit grootse feest door zichzelf in het geel te zetten.
Hoe kunt u de eventuele impact van de Ronde bepalen?
Wij houden rekening met een uitgesteld effect en zullen het aantal toeristen dat in de komende twee tot drie jaar Brussel bezoekt moeten inschatten. De Tour betekent een enorme troef in onze voortdurende inspanningen om het imago van Brussel op te krikken. 10 jaar geleden zat Brussel met een saai of zelfs negatief imago opgezadeld. We hebben ons ingezet om een dynamisch beeld van onze stad te promoten. Ik heb heel wat beleidsmensen en organisatoren ontmoet die de Tour in hun stad hebben verwelkomd. Al deze mensen waren hiermee bijzonder opgetogen.

Philippe Close
“10 tot 15 000 stuks afgeleide producten”
Niet alleen de horecasector zal profiteren van de drukte rond het ‘Grand Départ’. Een toerist spendeert gemiddeld 20 euro per dag aan de Tour. Voor voedsel natuurlijk, maar ook afgeleide producten waarmee sommige winkels hun omzet zullen kunnen verhogen. De firma ASO, die de Tour de France organiseert, beheert ook de verkoopstands in een straal van 500 m rond de start en de finish. Op grotere afstand beheert de Franse onderneming Holiprom de verkoopstands en biedt ze aan belangstellende handelaars een gamma van T-shirts, petjes en mugs met het logo van de Tour de France erop. “Wij zijn de enigen die de officiële producten mogen verkopen”, verklaart Jean-François Hogrel, algemeen directeur van Holiprom. “Een van onze vertegenwoordigers zal trouwens in mei dit jaar in Brussel zijn om onze producten aan de detailhandelaars voor te stellen.” Voor sommige souvenirwinkels en zelfs de grootdistributie kan dit een mooie commerciële kans zijn. Holiprom verkoopt een petje of een T-shirt ongeveer 8 euro excl. btw. De handelaar kan dubbel zoveel vragen. “Volgens het type handel wordt een T-shirt tussen 15 en 22 euro aan de eindconsument verkocht”, aldus nog Jean-François Hogrel. “Een goed gelegen handelszaak kan vlot een honderdtal artikelen per dag verkopen. Bovendien verkopen de producten beter in geval van een vertrek naar het buitenland. Toeristen kopen nu eenmaal meer. Voor Brussel verwachten we een verkoop van 10 tot 15.000 stuks over de twee dagen van de Tour.”