Arbeidsongeval tijdens het telewerken – is de werknemer verzekerd?

7 januari 2021 door
BECI Community

[genodigde artikel]

Uit cijfers van de FOD Mobiliteit en Vervoer blijkt dat 17% van de werkenden in 2018 aan telewerk heeft gedaan. Dat deze cijfers in 2020 vele malen hoger liggen, zal allicht niemand verbazen. De coronacrisis heeft zeer veel bedrijven ertoe verplicht om de praktijk van tele(thuis)werk in hun onderneming te implementeren. Dit telewerk doet in de praktijk wel wat vragen rijzen. In deze bijdrage gaan we in op de vraag welke bescherming er is voor de werknemer die van thuis werkt en daarbij tijdens zijn werkuren een arbeidsongeval oploopt.

Verplichte arbeidsongevallenverzekering

Het antwoord op deze vraag kan in de Arbeidsongevallenwet gevonden worden. Deze wet verplicht elke werkgever om een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten die de werknemer automatisch verzekert tegen ongevallen die tijdens en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst plaatsvinden.

Om aan eventuele bewijsproblemen tegemoet te komen, voorziet de wet in een vermoeden dat elk ongeval dat tijdens de uitvoering van de overeenkomst plaatsvindt, ook geacht wordt door de uitvoering ervan te hebben plaatsgevonden. Dankzij dit vermoeden zal de werknemer die een ongeval op de werkvloer zelf heeft, relatief eenvoudig aanspraak kunnen maken op de tussenkomst van de verzekeraar.

Wettelijk vermoeden

De zaken zullen iets complexer liggen wanneer de werknemer van thuis uit telewerkt. Dit omdat de telewerker vaak een grotere vrijheid heeft. Denk maar aan werknemers die hun arbeidstijd flexibeler invullen of vanuit verschillende plaatsen werken. Bovendien zijn er meestal geen mogelijke getuigen die kunnen bevestigen of de werknemer het ongeval al dan niet opliep tijdens het werk.

De wetgever zag deze mogelijke problemen ook en heeft om deze reden een specifiek vermoeden ten voordele van de telewerkers in het leven geroepen. Ook tijdens het telewerken, wordt een arbeidsongeval van de telewerker geacht hem te zijn overkomen tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.

In dit kader worden zowel de structurele telewerker (namelijk de persoon die op regelmatige basis buiten de bedrijfslocatie werkt overeenkomstig CAO nr. 85), als de occasionele telewerker (namelijk de persoon die occasioneel wegens overmacht of om persoonlijke reden telewerkt overeenkomstig de Wet Wendbaar Werk) beschermd.

De kwalificatie van het zogenaamde corona “telethuiswerk”

Sinds 2 november is het zogenaamde “telethuiswerk” terug verplicht voor alle ondernemingen, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van het bedrijf.

Er bestaat discussie over de vraag of het Corona-telethuiswerk uit het Ministerieel Besluit een nieuwe vorm van thuiswerk is (gelet op de nieuwe terminologie), dan wel onder de bestaande wettelijke regelingen van het structurele of occasionele telewerk valt.

Gezaghebbende auteurs verdedigen dat dit corona-telethuiswerk afhankelijk van het concrete geval wel degelijk als structureel, dan wel occasioneel telewerk behandeld moet worden. De concrete grondslag van het telewerk zal hierbij doorslaggevend zijn. Zo kan het telethuiswerk volgens deze auteurs als occasioneel telewerk behandeld worden wanneer deze haar grondslag vindt in een wettelijke verplichting (bv. de wettelijke verplichting uit het Ministerieel Besluit). Het telethuiswerk zal daarentegen als structureel telewerk aanzien worden wanneer deze haar grondslag vindt in een structureel geïmplementeerd ondernemingsbeleid.

In elk geval is er ondertussen eensgezindheid over het feit dat de zogenaamde telethuiswerkers ook kunnen genieten van het wettelijke vermoeden in het kader van een arbeidsongeval.

Verplicht schriftelijk document

Een telewerker zal zich echter enkel op het wettelijke vermoeden kunnen beroepen wanneer hij de toelating tot telewerk van zijn werkgever in een schriftelijk document kan aantonen. Dit geldt ook voor de telethuiswerker in het kader van de Corona maatregelen.

Indien er geen schriftelijk document is, zal de werknemer slechts van dekking kunnen genieten wanneer hij het (niet evidente) bewijs kan leveren dat het arbeidsongeval zowel tijdens als door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst gebeurde. Om dergelijke bewijsproblemen te voorkomen, zorgt u dus best voor een schriftelijk document waaruit de toelating tot telewerk duidelijk blijkt.

Dit schriftelijk document kan collectief voor alle werknemers samen (bv. een arbeidsreglement, een telewerkreglement, …), of individueel voor één specifieke werknemer (bv. een bijlage bij de arbeidsovereenkomst, een e-mail, …) zijn. Niets belet bovendien om als werkgever punctueel afwijkende afspraken (bv. specifiek voor corona telethuiswerk) hieromtrent te maken.

Het valt aan te raden om in dit schriftelijke toelatingsdocument ook te vermelden waar en wanneer het telewerk gepresteerd moet worden. Het vermoeden zal dan van toepassing zijn op deze opgegeven plaatsen en periodes. Doet u dit niet, dan zal het vermoeden enkel gelden voor ongevallen op de woonplaats of andere plaats waar het telewerk gewoonlijk uitgevoerd wordt. Verder zal het vermoeden in dat geval ook beperkt worden tot de ongevallen die plaatsvinden tijdens de normale werkuren, namelijk de uren die de telewerker normaal zou presteren wanneer hij in de lokalen van de werkgever zelf aanwezig is.

Om latere verzekeringsrechtelijke problemen te vermijden, licht de werkgever tenslotte ook best zijn arbeidsongevallenverzekeraar in zodat deze over alle informatie beschikt die nodig is om het risico correct te evalueren.

Geen absoluut vermoeden

Wanneer aan bovenstaande voorwaarden voldaan is, zal de telewerker zich kunnen beroepen op het specifiek voorziene wettelijke vermoeden en kan hij bijgevolg relatief eenvoudig aanspraak maken op een vergoeding van de verzekeraar wanneer hij een ongeval zou hebben.

Het vermoeden is weliswaar niet absoluut. Een verzekeraar kan zijn tussenkomst nog steeds weigeren wanneer hij bewijst dat het ongeval niet door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst heeft plaatsgevonden. Concreet moet de verzekeraar hiervoor aantonen dat het arbeidsongeval geen enkel verband hield met de arbeid, de arbeidsomstandigheden of het arbeidsmilieu.

Arbeidswegongevallen zijn ook gedekt

De telewerker is ook gedekt voor eventuele arbeidswegongevallen. Hieronder vallen de ongevallen die zich voordoen op het normale traject dat de werknemer aflegt om zich van zijn verblijfplaats naar zijn plaats van tewerkstelling, en omgekeerd, te begeven.

Op het eerste zicht zou men kunnen denken dat de telewerker dergelijke verplaatsingen niet maakt aangezien hij van thuis uit werkt.  Dit klopt niet, een telewerker kan steeds een andere plaats van tewerkstelling kiezen. In dat geval zullen eventuele ongevallen op de weg van en naar deze zelfgekozen plaats ook als verzekerd arbeidswegongeval aanzien kunnen worden.

Verder heeft de wetgever ook enkele verplaatsingen uitdrukkelijk met een arbeidswegongeval gelijkgesteld. Zo is de telewerker die het telewerk op de woonplaats uitoefent, zowel gedekt voor ongevallen die voorvallen op de weg van en naar de school of opvangplaats van zijn kind. Daarnaast is er ook een gelijkstelling voor eventuele ongevallen die voorkomen op de weg van en naar de plaats waar de telewerker gaat eten (of eten gaat afhalen).

Conclusie

De werkgever die telewerk in zijn onderneming wenst in te voeren, moet met een aantal belangrijke elementen rekening houden. Op het vlak van de arbeidsongevallenregelingen mag het belang van duidelijke schriftelijke afspraken niet onderschat worden. Zonder deze schriftelijke afspraken dreigt de werknemer immers met moeilijke bewijsproblemen geconfronteerd te worden.

 

Over de auteurs

Sara Cockx Arbeidsongeval

Kiandro Lebon, Advocaat bij Schoups, Sara Cockx, Advocaat bij Schoups

BECI Community 7 januari 2021
Deel deze post
TAGS 
Archiveren