Belgische lekkernijen en Amerikaanse taksen: een onmogelijke combinatie?

6 oktober 2025 door
Era Balaj

Met de verhoging van de douanerechten onder Donald Trump krijgen Belgische bedrijven die naar Amerika kijken te maken met een duurdere afrekening. Sommige bedrijven kiezen ervoor zich aan te passen zonder hun identiteit op te geven. 

Jarenlang was exporteren naar de Verenigde Staten een vanzelfsprekendheid voor de Belgische voedingsindustrie, maar daar is verandering in gekomen. Sinds Washington zijn douanerechten heeft verhoogd, is de oversteek van de Atlantische Oceaan complexer geworden. Met de dollar die wankelt, marges die onder druk staan en lokale concurrentie, moeten exporterende bedrijven extra flexibel zijn om de Amerikaanse consument te blijven verleiden. Geneviève Roberti Lintermans, International Business Development bij Didden, analyseert de gevolgen en de strategische keuzes die dit met zich meebrengt. 

Wanneer elke euro de rekening gepeperd maakt 

Vóór deze maatregelen werden Europese producten belast met 3 tot 6%. Vandaag ligt dat percentage op 15 %. Daar komt nog eens de devaluatie van de dollar bij, die het verschil nog vergroot. Het resultaat: een product dat vroeger bij aankomst op Amerikaanse bodem 1,03 dollar kostte, kost nu 1,17 dollar. “De nettoverhoging, na cumulatie van douanerechten en wisselkoers, bedraagt ongeveer 24%”, legt Geneviève Roberti Lintermans uit. 

En dat is nog maar het begin van de keten. Transport, opslag, promotie, opeenvolgende marges van distributeurs: allemaal lagen die worden toegevoegd voordat het product de consument bereikt. Volgens haar ligt de uiteindelijke impact rond de 15%, maar deze varieert naargelang de dollar. Een permanente onzekerheid die de strategie van exporteurs bemoeilijkt. 

Standaard- of nicheproducten: wat is het aantrekkelijkst op tafel? 

Niet alle bedrijven worden op dezelfde manier getroffen. Producenten van gestandaardiseerde goederen zoals basissauzen, koekjes of mayonaise in het laagste prijssegment, staan in directe concurrentie met hun Amerikaanse tegenhangers. Lokale producten, lokale grondstoffen, geen belastingen: het prijsverschil wordt moeilijk op te vangen. “In dat geval moeten exporteurs ofwel hun marges verkleinen, ofwel lokale productie overwegen”, constateert de deskundige. 

Nicheproducten houden daarentegen beter stand. Chocolade, wafels, abdijbieren of delicatessen blijven in de smaak vallen bij de welgestelde en nieuwsgierige Amerikaanse consument, die op zoek is naar de authenticiteit van ‘made in Belgium’. “In gespecialiseerde winkels zijn consumenten bereid meer te betalen voor een product dat een verhaal vertelt”, vervolgt ze. In deze schappen wordt de prijsstijging meestal toegeschreven aan de Amerikaanse politiek, niet aan de Europese producent. 

Het voorbeeld van Didden: het made in Belgium-recept 

Didden, een eeuwenoud familiebedrijf, illustreert goed hoe een Belgische onderneming kan inspelen op de Amerikaanse verwachtingen, in het bijzonder met zijn sauzen en gekonfijte voeding, die al zijn aangepast voor andere internationale markten. Grotere verpakkingen, recepten die zijn aangepast aan de lokale gezondheidsvoorschriften, verpakkingen in de kleuren ‘zwart-geel-rood’ die de Belgische vlag benadrukken: het aanbod is afgestemd op de markt zonder ooit zijn authenticiteit te verliezen. 

“We investeren liever in onderzoek en ontwikkeling van producten die aansluiten bij de consument, dan dat we bezuinigen op de waarde van wat we doen”, benadrukt Geneviève Roberti Lintermans. Voor Didden, net als voor veel anderen, gaat trouw aan kwaliteit en Belgische identiteit boven een simpele prijslogica. Deze keuze zorgt ervoor dat ze concurrerend blijven in een veeleisende markt en tegelijkertijd hun onderscheidend vermogen kunnen benadrukken. Belastingen vormen slechts een extra drempel bij het strategisch denken. 

Een Amerikaanse markt die nog steeds in trek is 

Hoewel de invoerrechten sommigen afschrikken, blijven de Verenigde Staten aantrekkelijk. Een enorme markt, consumenten die gevoelig zijn voor de Europese gastronomie, een relatief eenvoudige logistiek in vergelijking met andere regio's in de wereld: de combinatie blijft interessant. Het is soms gemakkelijker om naar New York te exporteren dan “naar bepaalde Aziatische bestemmingen waar de sanitaire barrières nog complexer zijn dan de belastingen”, merkt de expert in internationale handel op. 

Deze paradox vat de situatie van de Belgische exporteurs goed samen: het evenwicht tussen administratieve belemmeringen en commerciële opportuniteiten blijft wankel. De vraag is niet of de Amerikaanse markt interessant is, maar hoe je die kunt betreden zonder de balans te verstoren.   

De Belgian Dream onder voorbehoud van belasting 

Belgische bedrijven die zich richten op export moeten rekening houden met verschillende factoren tegelijk: kosten, marges, geopolitieke omstandigheden, lokale verwachtingen en hun eigen identiteit. Didden laat, net als andere familiebedrijven, zien dat het mogelijk is om internationaal te denken zonder toe te geven aan de verleidingen van de korte termijn. “De enige oplossing is voortdurende aanpassing.” 

In deze veranderende omgeving blijven Didden en anderen inzetten op hun knowhow en identiteit om hun plaats op de Amerikaanse markt te behouden. Een manier om te bewijzen dat, zelfs met alle hindernissen, Belgische lekkernijen een aantrekkingskracht hebben die over de grenzen heen reikt. 


Wilt u uw producten buiten de Europese Unie exporteren? Zorg ervoor dat uw documenten in orde zijn! Beci geeft u het ATA-carnet, uw paspoort voor uw goederen. Meer informatie hier 

Deel deze post
Archiveren