Brexit : Werkgeversorganisaties VBO, VOKA, UWE en BECI willen een ‘No Deal’ absoluut vermijden

10 oktober 2019 door
Brexit : Werkgeversorganisaties VBO, VOKA, UWE en BECI willen een ‘No Deal’ absoluut vermijden
BECI

Drie weken voor de effectieve Brexit-datum doen de vier werkgeversorganisaties (VBO, VOKA, UWE, BECI) een oproep aan de politici. Ze hebben de krachten gebundeld om hun prioriteiten kenbaar te maken.

1)    Een ‘no deal’ Brexit moet vermeden worden

Een ‘no deal’ Brexit, waarbij de Britten de EU verlaten zonder scheidingsakkoord, zou zware economische schade berokkenen aan ons land. Dit betekent bovendien dat de status quo transitiefase vervalt en vermindert sterk de kansen op een duurzame toekomstige relatie tussen de EU en het VK. Een ‘no deal’ Brexit moet dus vermeden worden.

De EU-27 moet haar eenheid bewaren en constructief blijven zoeken naar een oplossing die de goede werking van de interne markt garandeert.

De Belgische werkgeversorganisaties rekenen erop dat een exit-deal gevonden wordt en dat de onderhandelingen over de toekomstige relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie snel worden opgestart tijdens de status quo transitiefase. De werkgevers pleiten voor een zo hecht mogelijk partnerschap om de belangrijke handelsstromen open te houden met garanties voor de goede werking van de Europese interne markt en de eerlijke concurrentie.

 

 

2)    Een nieuw uitstel verlengt de onzekerheid maar is een alternatief voor een ‘no deal’ Brexit

De werkgeversorganisaties hopen dat er snel een einde wordt gesteld aan de Brexitchaos – die al veel te lang geduurd heeft – want de onzekerheid weegt zwaar op onze ondernemingen.

Een nieuwe verlenging van de onderhandelingen zou deze onzekerheid verder laten voortduren en is dus verre van ideaal. Echter, de onzekerheid en economische schade bij een ‘no deal’ Brexit wegen zwaarder door dan die van een bijkomende verlenging. Een nieuwe verlenging is dus een tijdelijke uitweg, zolang dat er verder gezocht wordt naar een onderhandeld akkoord.

 

 

3)    Verantwoordelijkheidszin rond de Ierse kwestie moet een ‘no deal’ voorkomen

De werkgeversorganisaties begrijpen dat een harde grens tussen Noord-Ierland en Ierland politiek onaanvaardbaar is. Desondanks wijzen ze op het belang van de goede werking van de interne markt en in het bijzonder op de uitoefening van douanecontroles aan de buitengrenzen van de Europese Unie en de controles van de conformiteit van ingevoerde producten uit derde landen.

Om een ‘no deal’ scenario te vermijden, hopen de werkgeversorganisaties dat alle partijen hun verantwoordelijkheid opnemen om een onderhandelde oplossing te vinden voor het Ierse probleem. De werkgevers waarschuwen dat bij ‘no deal’ scenario, waarbij het VK een derde land wordt en dus niet kiest voor een geprivilegieerde relatie met de EU, een open grens onaanvaardbaar is en dat Ierland de buitengrens van de EU moet controleren, wat dus de facto neerkomt op een grens op het Ierse eiland.

 

4)    Voorbereidingen op een ‘no deal’ Brexit moeten voortgezet worden en een centraal aanspreekpunt voor bedrijven moet opgericht worden

Ondanks alle inspanningen is en blijft een ‘no deal’ exit helaas een mogelijk scenario. De voorbereidingen voor een mogelijke ‘no deal’ Brexit moeten daarom worden voortgezet. Bedrijven moeten de nodige maatregelen nemen en de regeringen moeten ervoor zorgen dat alles wordt gedaan om de impact van een mogelijke ‘no deal’ te verzachten.

De werkgeversorganisaties verwachten dat de overheden en administraties voorbereid zijn om de grote toevloed aan controles te verwerken en mogen niet verwachten van de bedrijven dat ze de export naar het VK beperken om de grenscontroles te ontlasten.

De werkgevers verwelkomen de verschillende initiatieven die genomen werden in België en door de Europese Unie. Het wijst er echter op dat vele ondernemingen, in het bijzonder de kleine, het zeer moeilijk hebben om zich voor te bereiden en aarzelen om aanzienlijke kosten te maken die onnodig kunnen blijken. De werkgeversorganisaties roepen daarom op om de communicatie van de verschillende entiteiten in ons land zo veel mogelijk te stroomlijnen en zo praktisch en toegankelijk mogelijk te maken.

Verder vragen ze ook dat een centraal aanspreekpunt wordt opgericht waar bedrijven bij terecht kunnen voor al hun operationele vragen.

 

5)    Bijkomende maatregelen zijn nodig bij een ‘no deal’ Brexit

Een ‘no deal’ Brexit zal een ongeziene economische schok teweegbrengen en een bijzonder onduidelijke en complexe situatie veroorzaken. De werkgevers roepen daarom op dat de federale regering een crisismanager aanstelt die bijkomende maatregelen kan nemen om de impact te matigen en oplossingen kan bieden voor de onvoorziene omstandigheden die op ons zullen afkomen.

De werkgeversorganisaties waarderen de noodmaatregelen die de EU heeft genomen om de schade van een ‘no deal’ Brexit via tijdelijke regelingen te beperken. We begrijpen dat deze maatregelen niet de voordelen van het EU-lidmaatschap of de voorwaarden van een ordelijke exit kunnen en mogen repliceren. Maar in het geval van een ‘no deal’ Brexit, moet de EU onderzoeken of bijkomende maatregelen nodig zijn om de goede continuïteit van het handelsverkeer te garanderen.

De werkgevers verwelkomen het voorstel van de Europese Commissie om twee bestaande fondsen beschikbaar te stellen in het geval van een ‘no deal’ Brexit. Echter, de beschikbare middelen zijn zeer beperkt en de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op financiële steun zijn bijzonder streng. Extra Europese en nationale steunmaatregelen zijn in het geval van een ‘no deal’ Brexit wenselijk, in het bijzonder voor de meest getroffen lidstaten zoals België.

Om een level playing field tussen de lidstaten te garanderen, moet de EU zorgen voor de coherentie van de verschillende nationale steunmaatregelen en de controles uitgevoerd door de lidstaten.

De werkgevers vragen aan de Belgische en Europese autoriteiten om de operationele en juridische mogelijkheden van een uitgestelde toepassing van een ‘no deal’ Brexit te bestuderen. Indien pas te elfder ure wordt vastgesteld dat een akkoord onmogelijk is, kan een tijdelijk en kort uitstel van de effectieve ingang van de ‘no deal’ Brexit op basis van de huidige Europese regels en in samenspraak met het VK bijkomende tijd geven aan de ondernemingen en overheden om zich voor te bereiden.

Mocht een ‘no deal’ Brexit onafwendbaar zijn, rekenen de werkgevers er toch op dat het VK en de EU snel de wil en ambitie tonen om een alomvattend handelsakkoord te sluiten in een geest van eerlijke concurrentie.

Brexit : Werkgeversorganisaties VBO, VOKA, UWE en BECI willen een ‘No Deal’ absoluut vermijden
BECI 10 oktober 2019
Deel deze post
Archiveren