Investeren om te kunnen herstellen? Terugblik op verkiezingsdebat #3

22 april 2024 door
Era Balaj

Op 16 april waren Bernard Clerfayt (Défi), Elke Van den Brandt (Groen), Karine Lalieux (PS) en Ava Basiri (Voor U) te gast op de derde verkiezingsdebatavond georganiseerd door BECI. Werkgelegenheid, investeringen en sociaal overleg: dit is wat we ervan moeten onthouden.


"In Brussel hebben we niet de luxe om inefficiënt te zijn", zei Elke Van den Brandt, minister van Mobiliteit, tijdens de derde verkiezingsdebatavond georganiseerd door BECI. Deze opmerking stemt overeen met de drie fundamentele en onderling afhankelijke pijlers die BECI in haar memorandum heeft aangekaart. In de aanloop naar de verkiezingen roepen de Kamer van Koophandel en het Verbond van Ondernemingen te Brussel de kandidaten voor de gewestelijke verkiezingen op om de werkgelegenheid in het gewest, de aantrekkelijkheid van Brussel en de efficiëntie van de volgende regering te bevorderen.

Bernard Clerfayt (Défi), Elke Van den Brandt (Groen), Karine Lalieux (PS) en Ava Basiri (Voor U) verdedigden hun visie op een efficiënte regering. Moeten er besparingen worden doorgevoerd om de schuld in te perken die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dreigt op te lopen tot 19 miljard euro in 2030? Ja, maar niet koste wat het kost. Dit is wat er gezegd werd op dinsdag 16 april.

Opleidingen voor beroepen

In haar memorandum wijst BECI op de doelstelling om te streven naar een werkgelegenheidsgraad van 80%. Hoewel het gewest in 10 jaar tijd vooruitgang heeft geboekt (de werkgelegenheidsgraad is gestegen van 54% naar 66%), is er nog veel werk aan de winkel: "We moeten 120.000 Brusselaars meer integreren in de arbeidsmarkt", benadrukt Bernard Clerfayt. Ook al is de werkloosheidsgraad de laatste jaren gedaald, "we gaan in de goede richting, maar we gaan nog niet snel genoeg of ver genoeg", aldus de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Om de Brusselse arbeidsmarkt te verbeteren, pleit de lijsttrekker van Défi voor een uitbreiding van de opleidingen, zodat werkzoekenden hun vaardigheden kunnen ontwikkelen en verbeteren. Dit zou talent ook in staat stellen om aan de eisen van de Brusselse arbeidsmarkt te voldoen. ⅔ van de jobs vereisen een universitair diploma, terwijl 60% van de werkzoekenden ofwel geen diploma secundair onderwijs heeft, ofwel een diploma dat in het buitenland werd behaald maar niet door het Gewest wordt erkend", betreurt Bernard Clerfayt. Om de integratie van de inactieve bevolking op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, moet deze volgens hem aantrekkelijk blijven. Daarom stelt de Brusselse minister voor om te beginnen in een "sector die ons bevalt", alvorens te denken aan een opleiding voor een baan waar een tekort aan is. Hij stelt ook voor om Actiris en Bruxelles Formation samen te voegen in één openbare instelling, om opleidingen in één entiteit te centraliseren.

“We gaan nog niet snel genoeg of ver genoeg”
 – Bernard Clerfayt

De kandidaten die aanwezig waren op dit derde debat zijn het dan ook eens over het belang van investeringen in onderwijs en opleiding om deze kwalitatiever te maken, met de nadruk op Brusselse jongeren. "Velen van hen hebben enkel hun getuigschrift van hoger secundair onderwijs. Het is belangrijk om hen te ondersteunen in hun hoger onderwijs", zegt Karine Lalieux. Daarom stelt de federale minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie voor om hen een sociaal integratie-inkomen toe te kennen. Dit zou helpen om onzekerheid bij studenten tegen te gaan en hoger onderwijs toegankelijker te maken.

Investeren, maar ten koste van wat?

 

"Overheden en werkgevers moeten eensgezind zijn in Brussel, maar we mogen niet besparen op opleiding of hoger onderwijs", legt Karine Lalieux uit, die ook het minimumloon wil verhogen. De kwestie van het financiële evenwicht rijst echter: hoe "investeringen en schuldbeheer" met elkaar verzoenen? Deze vraag verontrust BECI, die in haar memorandum wijst op de dreigende schuldenlast van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als de toekomstige regering geen actie onderneemt.

Volgens Bernard Clerfayt zou dit zorgen voor nieuwe banen en een betere economische groei. Hij stelt: “Als de economische activiteit toeneemt, zullen de Brusselaars meer inkomen hebben. Ze zullen dan vaker naar de winkels kunnen gaan, die dan open zullen blijven. Op die manier gaan we in de richting van een positieve ontwikkeling van de economie, de werkgelegenheid en dus de vermindering van de armoede.”

Samenwerken aan mobiliteit

Op het vlak van mobiliteit lopen de meningen uiteen: Karine Lalieux dringt aan op uitstel van de Euro 5-norm (Europese regelgeving om de vervuilende uitstoot van voertuigen, met name bestelwagens, te beperken) ten gunste van zelfstandigen uit de armere Brusselse wijken die hun auto nodig hebben om zich te verplaatsen. Volgens de gewestelijke vertegenwoordiger van de PS is deze aanpak moeilijk voor te stellen zonder sociale compensatie om de verandering te vergemakkelijken. "Ik ben uiteraard voorstander van een betere luchtkwaliteit, maar we kunnen geen sancties opleggen aan mensen die geen andere keuze hebben dan met dit vervoersmiddel te werken. Anders zou het erop neerkomen dat we de minstbedeelden straffen", zegt ze, en ze voegt eraan toe dat "om Brussel mobiel te houden, overleg essentieel is".

De Brusselse minister van Mobiliteit deelt echter niet de mening van de federale minister van de PS en nuanceert: "Verschillende kmo's en kleine zelfstandigen hebben al elektrische voertuigen gekocht". Voor Elke Van den Brandt zou uitstel van de Euro 5-norm neerkomen op uitsluiting van diegenen die de moeite hebben genomen om van vervoersmiddel te veranderen. In de aanloop naar de verkiezingen zou het uitstellen van de invoering van deze regelgeving ingaan tegen de beloften van de huidige regering.

We moeten naar de behoeften van iedereen luisteren” 
– Ava Basiri

De kandidaten van Groen en PS zijn het echter wel eens over de noodzaak van investeringen in het openbaar vervoer. Volgens hen moeten de voorzieningen in Brussel efficiënter worden. Dit kan echter alleen met een collectieve aanpak, aldus Ava Basiri, lijsttrekker van Voor U. "Samenwerken is heel belangrijk, maar we moeten naar ieders behoeften kunnen luisteren." Bernard Clerfayt is het met haar eens en benadrukt dat het belangrijk is om rekening te houden met de mening van de inwoners van elke gemeente voordat er veranderingen worden doorgevoerd. Met andere woorden: "We kunnen geen veranderingen opleggen zonder sociaal overleg."

 Bovendien pleit Bernard Clerfayt voor een middel om het weggebruik te reguleren en het verkeer terug te dringen, om verder te gaan in de richting van een meer evenwichtige mobiliteit tussen alle vervoersmiddelen. Om dit te bereiken is hij voorstander van een intelligente kilometerheffing, met andere woorden, het belasten van auto's op basis van gebruik in plaats van eigendom. Dit idee sluit aan bij het tweede debat waarin Sven Gatz (Open VLD), Christophe de Beukelaer (Les Engagés) en Cieltje Van Achter (N-VA) voor hetzelfde idee pleitten.

 Kortom, om de stad aantrekkelijk te maken is het nodig om veranderingen door te voeren op het gebied van mobiliteit, wat overigens wel in samenspraak met de burgers moet gebeuren. De sprekers waren het er ook over eens dat er moet worden geïnvesteerd in opleiding en openbaar vervoer. Maar ten koste van wat, en hoe kunnen we de schuld van het Gewest omzeilen? Benjamin Dalle (CD&V), Françoise De Smedt (PTB) en Pascal Smet (Vooruit) zullen hierover debatteren bij BECI op 24 april.

 

Registreer u nu voor BECI's laatste verkiezingsdebatavond door hier te klikken!



in Beci
Era Balaj 22 april 2024
Deel deze post
TAGS 
Archiveren