Belgische bedrijfsleiders liggen wakker van de digitalisering, niet van het klimaa

19 november 2019 door
BECI Community

Belgische bestuurders en bedrijfsleiders liggen voorlopig nog niet echt wakker van actuele hot topics zoals duurzaamheid of de energietransitie. Dat is de toch enigszins verrassende conclusie van een bevraging bij 120 bedrijfsleiders en bestuurders in ons land. De verschillen met Nederland zijn frappant.

Wat zijn anno 2019 de belangrijkste strategische prioriteiten voor Nederlandse bedrijfsleiders en bestuurders? Het organisatie-adviesbureau Berenschot bevroeg begin dit jaar al voor de tiende keer 750 Nederlandse ceo’s en bestuurders rond de thema’s die bij onze noorderburen het sterkst leven in de boardroom.

Afgelopen zomer deed Berenschot die bevraging voor het eerst ook over in België. Dat deet het in samenwerking met de Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg (NKVK). Opmerkelijk genoeg weken de onderzoeksresultaten in België in enkele belangrijke domeinen behoorlijk af van die in Nederland.

 

Duurzame bedrijfsaanpak

De meest opvallende conclusie uit de bevraging van Belgische ceo’s en bestuurders was alvast dat zij een heel stuk minder wakker liggen van de energietransitie of van een duurzame bedrijfsaanpak dan in Nederland. Amper 16 procent van de Belgische respondenten vindt de energietransitie een vaak terugkerend thema binnen de boardroom. Ondanks alle klimaatmarsen en verkiezingsretoriek.

Niet meer dan vier procent van de bevraagde bedrijven bevestigt dat de klimaatransitie vandaag al daadwerkelijk impact heeft op de bedrijfsstrategie. Bij onze noorderburen blijken het klimaat en de energietransitie al bij één bedrijf op vier regelmatig aan bod te komen.

Groene gedachte

Die grote verschillen zetten zich ook door in het thema duurzaamheid. Bijna één op drie van de Nederlandse bedrijven vindt duurzaamheid een belangrijk criterium om zich te onderscheiden van de concurrentie. In België blijkt dat maar bij 16 procent van de bedrijven mee te spelen. Belgische bedrijfsleiders zweren nog altijd bij kwaliteit als onderscheidend criterium om het verschil te maken.

“We zijn op zoek gegaan naar mogelijke verklaringen voor dat opvallende verschil tussen België en Nederland,” klinkt het bij Marlon Drent, consultant bij Berenschot. “We vermoeden dat er hier een combinatie van een aantal factoren speelt. In de eerste plaats is de Nederlandse samenleving sowieso al een stuk meer doordrongen van de groene gedachte. En dat resulteert dus in een groenere bedrijfscultuur.”

“Daarnaast zijn de Nederlandse overheid én het beleidskader anno 2019 op dit vlak ook al een stuk dwingender dan het Belgische. Die meer sturende aanpak heeft uiteraard ook een stevige impact op de wijze waarop bedrijven met thema’s als duurzaamheid en klimaattransitie omgaan,” weet Drent.

“De ceo van post.nl in België illustreerde ons dit verschil ook met een sprekend voorbeeld. Terwijl hun bestelwagens in Gent of Antwerpen met een heel andere lokale regelgeving af te rekenen krijgen om de stad in te rijden, zijn de regels in Nederland veel uniformer. Op heel wat vlakken is het beleid in België nog een stuk meer versnipperd. Daardoor zijn bedrijven er dus blijkbaar ook minder mee bezig,” zegt Drent nog.

Belgische bedrijven laten zich in hun duurzaamheidsaanpak in eerste instantie leiden door de klant. Die klant mag dan al aangeven duurzaamheid belangrijk te vinden, hij blijkt in ons land vooralsnog niet bereid om desnoods ook meer te betalen voor duurzame producten die kwalitatief op hetzelfde niveau staan als minder duurzame alternatieven.

 

Plannenmakers

“Ook in Nederland werden duurzaamheid en MVO door bedrijven lang tijd beschouwd als beleidscriteria die vooral voor de buitenwacht van belang waren, maar weinig of geen strategische waarde hadden,” geeft Marlon Drent nog aan. “Dit is nu echt voltooid verleden tijd. Na kwaliteit en innovatie komen duurzaamheid en MVO dit jaar in Nederland op de derde plaats als het om het onderscheidend vermogen van bedrijven gaat.”

Tom Vansteenkiste, algemeen directeur van de NKVK, wijst in deze ook op het bredere cultuur- en mentaliteitsverschil tussen Belgen en Nederlanders. “Een Belg is pragmatischer, terwijl Nederlanders altijd al meer plannenmakers zijn geweest. Ze hebben een zekere missioneringsdrang,” stelt hij.

“Dit vertaalt zich ook in de al wat grotere gevoeligheid voor thema’s zoals klimaattransitie of duurzaamheid bij Nederlandse consumenten. Belgische bedrijven zullen zich daarentegen eerder schikken naar de regelgeving dan zelf het initiatief te nemen om duurzamer te worden. Toch wil ik daar ook niet al te pessimistisch over zijn. Ook in België zijn we de omslag volop aan het maken. Ik vermoed dat Belgische bedrijven de komende jaren dan ook snel de bocht zullen inzetten.”

Is een bevraging bij 120 Belgische bedrijven wel voldoende representatief om verregaande conclusies te trekken? Marlon Drent: “Dit was de allereerste keer dat we ook Belgische ceo’s en bestuurders bevroegen. Het klopt dat 120 deelnemers niet meteen overweldigend veel is. Maar daar staat tegenover dat alle belangrijke sectoren wel degelijk vertegenwoordigd zijn in het Belgische onderzoek. In die zin kan je uit deze bevraging toch een en ander afleiden.”

 

Digitalisering

Gaan we op zoek naar de grote strategische thema’s waarvan Belgische bedrijven wél echt wakker liggen, dan steekt de digitalisering daar met kop en schouders boven uit. Ruim zeventig procent van de Belgische bedrijven stipten die digitale revolutie als een topprioriteit aan.

Ze beseffen dat de digitalisering hun groei kan versnellen, maar geven tegelijk ook aan dat ze hierdoor ook hun businessmodel en organisatie stevig zullen moeten aanpassen. Ook de impact hiervan op het personeelsbeleid lijkt in ons land een belangrijk aandachtspunt.

War for Talent

Door die voortschrijdende digitalisering en de sterkere focus op technologische innovatie zullen heel wat functies de komende jaren verdwijnen of radicaal anders moeten worden ingevuld. Ruim veertig procent van de Belgische ondervraagden geeft dan ook aan zich regelmatig zorgen te maken over het beperkte aanbod aan mensen met digitale skills op de arbeidsmarkt. Niet geheel verrassend blijkt dit thema ook in Nederland met stip op één te staan in de boardrooms.

“Ik merk haast dagelijks dat de ‘war for talent’ zowel hier als in Nederland in alle hevigheid woedt,” geeft Tom Vansteenkiste aan. “Bedrijven digitaliseren klassieke administratieve jobs. Ze zijn wanhopig op zoek naar digitaal sterk onderlegde mensen. Tegelijk blijkt het vaak niet zo eenvoudig om de wat oudere generatie op dat vlak voldoende bij te spijkeren.”

Wat moeten we nu vooral onthouden van dit onderzoek? Wat leren de nog stevig uiteenlopende strategische bezorgdheden in het Nederlandse en Belgische bedrijfsleven ons?

Tom Vansteenkiste: “Het is een cliché, maar ook nu weer blijkt dat Nederland op heel wat vlakken toch een gidsland is. Belgische bedrijfsleiders zijn vaak nog wat klassieker in hun insteek en aanpak. Ze zouden er dus goed aan doen om wat meer oog te hebben voor het Nederlandse voorbeeld. Neem nu een thema als klantenservice. Het strategische belang hiervan wordt in België nog opvallend hoger ingeschat dan in Nederland.”

“Een goede klantenservice is natuurlijk ook bijzonder belangrijk. Maar tegelijk blijft het wel een oerklassiek criterium om je te onderscheiden van de concurrentie. Over de Moerdijk spelen vandaag al heel andere thema’s een belangrijke rol in die concurrentiestrijd. Duurzaamheid, jazeker, maar ook klantenbeleving of een snelle levertijd. Ik denk dus onze bedrijven wel wat kunnen opsteken van de Nederlandse, niet in het minst op digitaal vlak,” besluit Vansteenkiste.

 

BECI Community 19 november 2019
Deel deze post
Archiveren