In België is werken als jobstudent goed ingeburgerd. Het stelt jongeren in staat om geld te verdienen terwijl ze professionele vaardigheden ontwikkelen. De wetgeving biedt hiervoor een specifiek kader, dat regelmatig wordt bijgewerkt.
In 2025 zijn er twee grote veranderingen: uitbreiding van het jaarquotum tot 650 uur en aanpassingen van de inkomensplafonds gekoppeld aan sociale rechten. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste regels.
1. Definitie van studentenarbeid
Studentenarbeid verwijst naar werk uitgevoerd onder een studentenovereenkomst, voorbehouden aan mensen die voltijds ingeschreven zijn bij een onderwijsinstelling. Studenten moeten minstens 15 jaar oud zijn en twee jaar secundair onderwijs hebben gevolgd. Ze mogen dit soort werk niet meer doen na afloop van hun studie, tenzij ze in juni afstuderen. In dit geval kan de afgestudeerde nog als student werken tot 30 september van datzelfde jaar.
De overeenkomst valt voornamelijk onder het toepassingsgebied van de wet van 3 juli 1978 en het koninklijk besluit van 14 juli 1995.
2. Het quotum van 650 uur
Sinds 1 januari 2025 kunnen studenten tot 650 uur per jaar werken onder het stelsel van verlaagde sociale bijdragen. Dankzij dit quotum kunnen studenten gunstige fiscale en sociale voorwaarden genieten, zowel voor henzelf als voor hun werkgevers.
Tijdens deze 650 uur:
- Betalen studenten slechts 2,71% aan sociale bijdragen;
- Gelden voor de werkgever ook lagere kosten.
De quota worden bijgehouden via het Student@work platform. Daar kunnen de gewerkte uren worden geraadpleegd en kan een attest voor de werkgever worden afgedrukt.
Zodra dit quotum is overschreden, schakelt de student automatisch over naar een standaardregeling met volledige bijdragen.
3. De studentenovereenkomst
De overeenkomst moet schriftelijk worden opgesteld vóór het begin van de tewerkstelling. Ze bevat het volgende:
- De contactgegevens van de student en de werkgever;
- Werkperiode (begin en einde);
- Werkrooster en arbeidsplaats;
- Overeengekomen loon;
- Aard van het werk;
- …
Werkgevers zijn verplicht om een Dimona-aangifte voor studenten in te dienen voorafgaand aan de indiensttreding.
De eerste drie dagen als jobstudent worden automatisch beschouwd als een proefperiode. Beide partijen kunnen de overeenkomst tijdens deze periode zonder opzeggingstermijn of vergoeding beëindigen.
4. Loon en werktijden
Studenten krijgen hetzelfde loon als een gewone werknemer die hetzelfde werk doet. Ze moeten ten minste het sectorale minimumloon ontvangen dat van toepassing is in het bedrijf, in verhouding tot hun prestaties.
Er is ook een gewaarborgd minimumloon voor jongeren onder 21 jaar (collectieve arbeidsovereenkomst 50/4, die voorziet in een degressiviteitsschaal naargelang de leeftijd), op voorwaarde dat de student minstens 1 kalendermaand werkt.
De maximumarbeidsduur bedraagt 8 uur per dag en 38 uur per week, tenzij anders overeengekomen. Op enkele uitzonderingen na mogen jongeren onder 18 jaar 's nachts niet werken.
5. Belasting en statuut van student ten laste in 2025
Om in 2025 (inkomstenjaar 2025, belast in 2026) fiscaal ten laste te blijven van de ouders, mogen de netto-inkomsten van de student niet hoger liggen dan bepaalde maximumbedragen, die variëren afhankelijk van de gezinssituatie van de ouders.
Gezinssituatie van de ouders | Max. nettobestaansmiddelen in 2025 |
Ouders samen belast | € 4.100 |
Alleenstaande ouder | € 5.930 |
Alleenstaande ouder met een gehandicapt kind ten laste | € 7.520 |
Let op:
- Deze maximumbedragen hebben betrekking op de nettobestaansmiddelen, dat wil zeggen na aftrek van sociale bijdragen en beroepskosten.
- Een geïndexeerde inkomensschijf van € 6.840 (bedrag voor het inkomstenjaar 2025) moet niet worden opgenomen in de berekening van de nettobestaansmiddelen van de student. Hierdoor kan een student een aanzienlijk hoger bruto-inkomen ontvangen, terwijl hij binnen de nettogrenzen blijft.
- Kinderbijslag, studiebeurzen en andere sociale bijstand worden ook niet meegerekend bij de berekening van de nettobestaansmiddelen.
6. Kinderbijslag in Wallonië, Brussel en Vlaanderen
De voorwaarden voor het behoud van kinderbijslag verschillen lichtjes per regio.
In Wallonië en Brussel:
- Tot 18 jaar is het recht op kinderbijslag onvoorwaardelijk.
- Tussen 18 en 25 jaar mogen studenten tot 240 uur per kwartaal werken zonder hun rechten te verliezen, behalve tijdens de zomervakantie:
- In juli, augustus en september wordt dit plafond opgeschort als de student in september/oktober weer begint met studeren.
Als de student de 240 uur buiten de zomervakantie overschrijdt, verliest hij het recht op kinderbijslag voor het betreffende kwartaal.
De uren worden ook gecontroleerd via Student@work, maar het is de verantwoordelijkheid van het kinderbijslagfonds om dit te controleren.
In Vlaanderen (Groeipakket):
- Met een
studentenovereenkomst: studenten kunnen tot 650 uur per jaar werken met
verlaagde bijdragen. Daarnaast kunnen ze nog eens tot 80 uur per maand werken
met een gewone overeenkomst zonder hun rechten te verliezen.
- Met een gewone overeenkomst (niet-student): ze kunnen tot 80 uur per maand werken. Als deze drempel wordt overschreden, wordt het recht op kinderbijslag voor de betreffende maand opgeschort.
Opmerking: de uren worden per maand berekend.
7. Sociale rechten en bescherming
Studenten worden beschermd door dezelfde regels voor welzijn op het werk als elke andere werknemer. Ze worden met name gedekt door:
- Een arbeidsongevallenverzekering;
- Veiligheidsverplichtingen op de werkplek
- Ziekte- en invaliditeitsverzekering (afgesloten door het ziekenfonds van de ouders).
Zolang de studenten echter onder het verlaagde stelsel blijven, bouwen ze geen volledige pensioen- of werkloosheidsrechten op.
Besluit
In
2025 biedt het Belgische wettelijke kader studenten een flexibele en voordelige
omgeving om naast hun studie een professionele activiteit uit te oefenen. De
overgang naar een quotum van 650 uur geeft meer ruimte om inkomen en
opleiding met elkaar in evenwicht te brengen. Het is echter belangrijk om
waakzaam te blijven met betrekking tot de fiscale en sociale maximumbedragen,
om de kinderbijslag of het fiscale statuut van kind ten laste niet
in gevaar te brengen.
Met
de juiste informatie en ondersteuning kan het werken als jobstudent een echte
hefboom zijn voor zelfstandigheid en een voorbereiding op het beroepsleven.
Hou er rekening mee dat deze informatie nog kan veranderen door het nieuwe regeerakkoord.
Door Daniel Binamé, Development and Partnerships Manager bij Partena Professional
Misschien bent u ook geïnteresseerd in dit artikel: Flexibele aanwerving: welke opties en welke toekomst?