Coronavirus: wat kan een werkgever zijn werknemers opleggen op het gebied van vaccin- of covid-19 tests?

21 april 2021 door
BECI Community

[genodigde artikel]

Update van het artikel van de 27 November 2020.

Het inzetten van sneltesten en zelftesten in ondernemingen 

We zitten nog steeds midden in de COVID-19-pandemie. De vaccinatiecampagne boekt echter langzaam vooruitgang: bij 19,93% van de Belgische bevolking zijn de eerste prikken gezet en 6% van de volwassen Belgen is volledig gevaccineerd. [laatste update] Het is dan ook niet verwonderlijk dat de overheid blijft inzetten op strengere controles op telewerk, in combinatie met meer coronatesten in ondernemingen waar thuiswerken niet tot de mogelijkheid behoort. Naast de klassieke PCR-test, vervullen ook snel- en zelftesten een belangrijke rol in in de bestrijding tegen het coronavirus. Ondernemingen waar thuiswerk niet mogelijk is, kunnen tot 1 mei gratis sneltesten aanvragen voor haar werknemers en sinds 6 april worden ook de eerste zelftesten verkocht in de apotheken. 

Soorten testen 

Vooreerst is het belangrijk om te noteren dat het verschil tussen snel- en zelftesten ligt in de tussenkomst van een zorgverlener. Bij een zelftest is namelijk geen tussenkomst meer nodig van een arts of een andere gezondheidszorgbeoefenaar om het staal te nemen of om het resultaat van de test te interpreteren.  

Er bestaan verschillende soorten snel- en zelftesten. Een belangrijk onderscheid is er tussen serologische testen en antigeentesten: 

  • Serologische testen gaan via een bloedprik op zoek naar antilichamen in het bloed. Deze test kan echter niet aanduiden of het gaat om een actieve infectie met het coronavirus waarbij de persoon besmettelijk is. Een positieve serologische test betekent enkel dat de geteste persoon in het verleden geïnfecteerd was en dat zijn of haar immuunsysteem antilichamen heeft aangemaakt.  
  • Antigeentesten onderzoeken de aanwezigheid van het coronavirus via een neus- of keeluitstrijkje. Een positieve antigeentest betekent dat de geteste persoon een actieve infectie met het coronavirus heeft.  

Betrouwbaarheid 

Snel- en zelftesten zijn even betrouwbaar, evenwel minder betrouwbaar dan een PCR-test die in een labo wordt verwerkt. Een positief resultaat is bijna altijd juist, maar er is een hoger risico op vals negatieve resultaten. Een negatief testresultaat wil enkel zeggen dat iemand weinig of geen virus in keel of neus heeft, maar sluit dus niet uit dat die persoon toch besmettelijk is. Personen met een zwakke virale lading kunnen dus valselijk als gezond worden aangeduid. Dit wordt ook bevestigd door Professor Herman Goossens die stelt dat snel- en zelftests goed zijn tegen superverspreiding, maar slechts voor 80 procent betrouwbaar zijn. Daarenboven merkt hij op dat bij koud of warm weer de tests niet echt meer naar behoren presteren. 

Kan de werkgever verplichten om sneltest/zelftest af te nemen?  

Zoals de werkgever momenteel bij gebrek aan voldoende duidelijke wettelijke basis zijn werknemers niet kan verplichten om zich te laten vaccineren, kan een werkgever om dezelfde reden diens werknemers ook niet verplichten om een sneltest/zelftest af te nemen. De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg benadrukt op haar website dat werknemers vrijwillig hun toestemming moeten geven om zich te laten testen. Dit zou uiteraard kunnen veranderen. Zoals bepaalde doctrine opmerkt, heeft de huidige stand van de wetgeving bepaalde aanknopingspunten om een verplichte vaccinatie tegen het coronavirus, eventueel, in bepaalde ondernemingen wettelijk te verankeren. Zo heeft de werkgever wettelijk de verplichting om gezondheidsrisico’s te voorkomen en te bestrijden. De werknemer dient daarnaast ook zo goed als mogelijk zorg te dragen voor zijn eigen gezondheid en die van zijn collega’ en de arbeidsarts dient preventieve maatregelen te nemen zodat hij kan vermijden dat personen met een ernstige besmettelijke aandoening tot het werk worden toegelaten. Interessant in deze context is dat de wetgever in het verleden al wetgevend is opgetreden om het vaccin tegen Tetanus verplicht te maken voor bepaalde werknemers, hetgeen overigens geen besmettelijke ziekte is. 

Wat betreft het sneltesten is er binnen de ondernemingen een specifieke rol toebedeeld aan de arbeidsarts die de werknemers in een bepaald aantal situaties aan een sneltest kan onderwerpen.  

De louter afname van een test maakt op zich geen verwerking van persoonsgegevens uit (en de GDPR is bijgevolg niet van toepassing) voor zover deze afname niet gepaard gaat met een bijkomende registratie of verwerking van persoonsgegevens. Van zodra werkgevers echter informatie gaan verzamelen, opslaan, doorgeven of consulteren worden er wel persoonsgegevens verwerkt en moet de GDPR worden nageleefd. Aangezien resultaten van een test onder de noemer van gezondheidsgegevens valt, is extra voorzichtigheid geboden. Het verwerken en gebruiken van deze gegevens is namelijk in principe verboden en onderworpen aan bijzondere voorwaarden. 

Recht op klein verlet voor vaccinatie  

Werknemers die zich tijdens de werkuren laten vaccineren tegen het coronavirus hebben tot en met het einde van het jaar recht op klein verlet. Dit recht houdt in dat de werknemer zonder loonverlies van het werk afwezig mag zijn gedurende de tijd die nodig is voor de vaccinatie, inclusief de verplaatsingstijd naar het vaccinatiecentrum. Het recht op klein verlet geldt voor elke vereiste prik. De werkgever kan de werknemer verzoeken om bewijs voor te leggen dat hij zijn recht op klein verlet heeft uitgeoefend om zich te laten vaccineren. Het opvragen van de vaccinatie-uitnodiging of afspraakbevestiging om het gecreëerde recht op klein verlet op te nemen vormt voor de Gegevensbeschermingautoriteit (GBA) geen hinderpaal. De werkgever mag echter geen kopie nemen van de uitnodiging of de afspraakbevestiging en mag evenmin registreren welke werknemers zich op welk ogenblik lieten vaccineren. Het loon voor de uren afwezigheid wordt berekend volgens de wetgeving op de feestdagen. Tot slot, kan indien de omstandigheden het vereisen, de regeling van het klein verlet voor vaccinatie worden verlengd tot maximaal 30 juni 2022. 

 

Over de auteurs

Margo Cornette, Associate Osborne Clarke & Julien Verbeke, Associate Osborne Clarke

BECI Community 21 april 2021
Deel deze post
TAGS 
Archiveren