Zes invalshoeken om de mobiliteit in Brussel te veranderen

29 oktober 2019 door
BECI Community

Brussels Good Move, het nieuwe Brusselse mobiliteitsplan, ondergaat tot 17 oktober een openbaar onderzoek (meer hierover op blz. 21). De ontwikkeling van het plan berustte gedeeltelijk op workshops rond zes invalshoeken: Good Choice, Good Partner, Good Knowledge, Good Neighbourhood, Good Network en Good Service. Kortom, zes hefbomen om de mobiliteit in Brussel gunstig te beïnvloeden. Dat illustreren we aan de hand van zes inspirerende voorbeelden.

1.    GOOD CHOICE: Een shop voor openbaar vervoer

 

Koorigo

Een stijlvolle ruimte van 400 m² op het gelijkvloers van het station van Rennes in Bretagne, met gele muren en dito stoelen die uitnodigen om met een lach binnen te stappen. Dat is Espace KorriGo. Je zou het een shop voor mobiliteit kunnen noemen met ruime openingsuren (zelfs op zondag tussen 13 en 20 uur kun je er terecht). Sinds de zomer van 2018 is deze ‘winkel’ op een strategisch punt in het station gevestigd, op een plaats waar trein-, bus- en metroreizigers elkaar kruisen. Dagelijks bezoeken zo’n 60.000 mensen dit agentschap of de soortgelijke ruimte op niveau -1 waar de vele (geld)automaten de gebruiker de kans bieden om op een snelle manier een KorriGo Services-kaart te kopen of te herladen.

Met deze kaart, die vier jaar geldig blijft, kun je tegen voordelige tarieven een beroep doen op het openbaar vervoer. Bus en metro, maar ook het regionale exprestreinsysteem (TER) dat de Bretonse steden met elkaar verbindt. Ook de kabelbaan van Brest is inbegrepen. Bovendien kun je er langeafstandsbusreizen (zoals FlixBus) mee boeken en gebruik maken van deelsystemen voor fiets en carpooling. In de twee Espaces KorriGo kun je uiteraard ook terecht als je meer informatie wenst over alle diensten en het netwerk en als je problemen ondervindt met je kaart.

 

Studentenpopulatie: Als relatief kleine stad was Rennes de eerste in Frankrijk om in 2002 een metronetwerk uit te bouwen waar volautomatische treinen op rijden. Belangrijk om te weten, is dat Rennes met meer dan 65.000 studenten de tweede belangrijkste universiteitsstad van Frankrijk is. Al hebben vandaag liefst 600.000 Bretoenen al een KorriGo Services-kaart op zak, in het begin mikte men vooral op de studentenpopulatie. Dat is de reden waarom je met de KorriGo Services-kaart niet alleen toegang hebt tot vervoerdiensten, maar ook tot universiteitsrestaurants, bibliotheken en zwembaden. In de toekomst zullen ook parkings en oplaadpunten voor elektrische voertuigen geïntegreerd worden.

 

 

2.   GOOD PARTNER: Naar een Europees wettelijk kader

Alle Europese lidstaten hebben een Intelligent Transport Systems-organisatie (ITS). Met vereende krachten timmeren zij aan een Europees wetgevend en technisch kader voor de mobiliteitsdiensten die als paddenstoelen uit de grond rijzen. De Belgische speler ITS.be heeft vier prioritaire domeinen vooropgesteld: MaaS, multimodaal mobiliteitsmanagement door overheden, ACE (Autonoom, Co-operatief en Elektrisch rijden) en de intelligente kilometerheffing.

Als publiek-private non-profit organisatie acht ITS.be het evident dat overheid en privésector samenwerken. “Niet alleen voor de noodzakelijke afstemming tussen de verschillende publieke beleidsniveaus en de private expertise, maar ook omdat correcte marktwerking onder regie van de overheid nodig is om tot duurzame mobiliteit te komen”, meent managing director Peter Van der Perre. “Daarbij ontstaan juridische en technische kaders die best ontwikkeld worden in publiek-private dialoog en met kennisdeling over de grenzen van de gewesten heen. Een voorbeeld hiervan zijn de licentiemodellen voor gedeelde mobiliteit, zoals fiets-, auto- en stepdelen, waarbij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Brussel Mobiliteit overigens een voortrekkersrol spelen.”

 

Standaarden voor realtime-info: Partnership staat centraal bij ITS.be. Via co-operatieve projecten en workshops laat het maximaal informatie doorstromen over de ‘best practices’ die overal ontstaan, op gewestelijk, federaal en Europees niveau. Zo volgt het de creatie van Europese standaarden op de voet die toelaten om realtime-informatie te publiceren over alle vervoersmodi.

Projecten waarbij ITS.be momenteel betrokken is, zijn zogenaamde C-ITS ontwikkelingen of co-operatief rijden. Bij C-ITS communiceren voertuigen in real time met elkaar en met de infrastructuur (zoals verkeerslichten). Dat is een belangrijke bouwsteen voor de autonome wagens en shuttles van de toekomst. Net als in andere Europese landen is gebeurd, zette ITS.be ook een MaaS alliantie op waarin het vereiste wettelijke kader, ondersteuning voor zakelijke modellen, het informeren van gebruikers en technische operabiliteit aan bod komen.

 

3.    GOOD KNOWLEDGE : Big data voor stadsmobiliteit op maat

 

©GettyImages

Volgens Micropole Belgium, een consultancy- en engineeringbureau gespecialiseerd in business intelligence, advanced analytics en data management, kunnen big data de stadsmobiliteit vooruithelpen. Movin’ City, het concept dat Micropole aandraagt, steunt op twee principes. Het eerste is een digitale mobiliteit die multimodaal en intermodaal is en gericht op het personaliseren van de services, met respect voor de privacy van de gebruiker. Via zijn mobiele telefoon of desktop kan deze de mogelijkheden van de transportnetwerken exploreren en trajecten en verkeersinfo checken. Tweede principe is de opwaardering van het grondgebied. Voor het ontwikkelen van het stedelijk toerisme is het zaak het consumentengedrag te doorgronden. De toeristische sector en de organisatoren van evenementen kunnen via de digitale snelweg trajecten en bezienswaardigheden suggereren die beantwoorden aan de verwachtingen van de gebruiker.

Vermits de moderne metropool in volle evolutie is en er steeds meer vervoersmodi bijkomen, is het volgens Micropole in die complexe context niet simpel om een MaaS uit de grond te stampen. Tot nu toe beschermen de operatoren hun eigen data, waardoor er onvoldoende toegang toe is, en zijn de aangeboden diensten absoluut niet uniform.

 

Goede uitwisseling: Micropole pleit voor een analytische aanpak. Het delen en verwerken van data maakt het mogelijk het gedrag en de ervaringen van de gebruiker te evalueren en vervolgens zijn tevredenheid te verbeteren. Het is ook belangrijk realtimediensten te ontwikkelen, partnerships te creëren en de investeringen te sturen. Als voorbeeld haalt Micropole het platform OnlyMoov van Lyon aan, dat een multimodale calculator aan de gps koppelt en de 20 miljoen data die per dag beschikbaar zijn consolideert. Een ander voorbeeld is de OùRA!-kaart in Chambéry waarmee je makkelijk van het ene transportmiddel naar het andere kan switchen. Het systeem linkt verschillende ticketsystemen aan elkaar, verzekert een goede uitwisseling van informatie tussen de netwerken en kiest voor een multimodale en zonale tarifering.

 

 

4.    GOOD NEIGHBOURHOOD : Verkeerscode beschermt zwakke weggebruikers

 

©PHOTOPQR

Hoewel Straatsburg reeds het grootste tramnetwerk van Frankrijk bezit (55 km aan sporen), weigert het op de lauweren te rusten. Het ‘plan d’actions des mobilités actives’ (PAMA), een forse sprong voorwaarts, is de vrucht van talloze uitwisselingsmomenten met alle burgemeesters van de gemeenten die deel uitmaken van de Eurométropole de Strasbourg. Wie ook mee aan tafel zit, is het Deense toonaangevende adviesbureau Copenhagenize Design Co. Hoewel Straatsburg nu al de vierde stek bekleedt in de wereldtop van fietsvriendelijke steden, wil het met de hulp van de consultants het fietsnetwerk VéloStras nog verbeteren.

De stad wil zo resoluut alle ‘actieve’ verplaatsingen aanmoedigen dat het geregeld zijn oor te luisteren legt bij focusgroepen van mensen die nooit te voet gaan of de fiets nemen, om zo hun terughoudendheid beter te begrijpen. Het PAMA bevat een wandelaarsvriendelijke verkeerscode, wat wil zeggen dat de verkeersregels wie te voet gaat beschermen. In de code staat het concept ‘gefilterde doorlaatbaarheid’. Dit wijst erop dat bepaalde straten in het historische stadcentrum enkel zwakke weggebruikers toelaten. De inrichting van de publieke ruimte is er zo op gericht dat die de wandelaars toekomt. Via een circulatieplan en kleine ingrepen in de infrastructuur, die de hinder zo veel mogelijk beperken, creëert men aangename en verkeersluwe wijken.

 

Een heuse fietscultuur: De Franse stad gaat zeer ver in het faciliteren van de fietsers. De deelfietsen van Vélhop zijn mee opgenomen in Le PassMobilité (de mobiliteitspas die ook toegang geeft tot tram, bus en autodelen), met de app StrasMap kun je in real time checken waar zich Vélhop-stations bevinden en de overheid organiseert workshops over hoe je autonoom je fiets kan onderhouden. Straatsburg wil een echte fietscultuur tot stand brengen. Op logistiek niveau richt men exclusieve ruimten in voor de stockage en de overslag van goederen van ‘vélos-cargos’. Stonden de auto’s in 1988 nog voor 50% van het verkeer in Straatsburg in, tegen 2030 moet dit percentage tot 30% teruggebracht worden. Het aandeel voetgangers moet in diezelfde periode evolueren van 33% tot 37%, het aantal fietsers van 10% tot 16%. Een ambitieus plan.

 

 

5.    GOOD NETWORK : Een tram voor Neder-Over-Heembeek

 

©Belga L’Hôpital Militaire Reine Astrid devrait être relié par un tramway à l’horizon 2025.

Neder-Over-Heembeek kampt al sinds mensenheugenis met openbaar vervoer dat slecht verbonden is met de rest van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor de vele inwoners die dagelijks pendelen naar het centrum zijn er enkel buslijnen die volledig gesatureerd en dus ontoereikend zijn. De klachten hierover zijn legio. Een oplossing met een tramlijn dringt zich op.

De MIVB heeft hierover trouwens een participatieve studie op gang gebracht, in samenwerking met Brussel Mobiliteit en de Stad Brussel. Deze impactstudie is bedoeld om optimale trajecten voor de nieuwe lijn uit te stippelen, die dan tegen eind 2019 aan de kersverse Brusselse regering zouden worden voorgelegd. Er komt eerstdaags een webpagina met informatie over het project. En begin september kwamen de bedrijven van het betrokken gebied over dit project bijeen.

 

Organisaties zijn vragende partij: Een van de voorgestelde routes zou ondergronds vertrekken aan het Rogierplein (zoals de huidige lijn 3). Vervolgens zou hij via Noord naar Van Praet gaan over bestaande sporen. Vanaf de Oorlogskruisenlaan zou een nieuw stuk aangelegd worden. De tram zou zeker passeren aan het sorteercentrum van Bpost, de nieuwe Solvay-site en eindigen aan het Militair Hospitaal. Dat lijkt logisch, want de grote bedrijven en organisaties in de kanaalzone zijn vragende partij voor de tram.

Bij de nieuwe bestelling die MIVB onlangs plaatste bij het Canadese bedrijf Bombardier voor 30 tramtoestellen (type Tram New Generation, waarvoor de bekende designer Axel Enthoven het interieur ontwierp) is al rekening gehouden met de komst met de aangekondigde netuitbreidingen, waar onder de nieuwe tramlijn naar Neder-Over-Heembeek. Aan de volledige operatie zou een kostenplaatje van 65 tot 70 miljoen euro hangen. Als alles vlot verloopt, zou de tramlijn er tegen 2025 kunnen liggen.

 

6.    GOOD SERVICE : Des applications qui regroupent des solutions de mobilité

 

Poppy

Op gelijk welk moment de beste route selecteren voor openbaar vervoer, eventueel aangevuld met een traject met de fiets of te voet: dat zal de Smart Mobility Planner (SMOP) mogelijk maken. Deze intermodale routeplanner is ontwikkeld door nextmoov, een digitale studio gespecialiseerd in mobiliteit, in samenwerking met TEC, NMBS, MIVB en De Lijn. Het concept van de vier vervoersmaatschappijen was in augustus 2018 laureaat van Smart Mobility Belgium, een federale oproep voor slimme mobiliteitsprojecten.

De SMOP integreert de realtimegegevens van het aanbod van de vier deelnemende operatoren op een open source platform. De grote voordelen tegenover de veel geraadpleegde routeplanner van Google Maps is dat je er ook terecht kunt voor deelfietsen van Villo, dat de data accurater zullen zijn en je meteen tickets voor de mobiliteitsoplossing van je keuze kan kopen. Iets meer dan 3000 ambassadeurs testten enkele maanden geleden de kwaliteit en gebruiksvriendelijkheid van een alpha-versie van de SMOP, waarna op basis van de feedback de zoekfunctie, de kaart en de navigatie nog werden verfijnd. Eind november moet alles gefinetuned zijn en kunnen de vervoersmaatschappijen de technologie gaan gebruiken.

 

Ook voor bedrijven: Aan een ander veelbelovend MaaS-experiment sleutelt Lab Box, een startup studio die twee jaar geleden uit D’Ieteren Auto is voortgevloeid en volledig autonoom nieuwe mobiliteitsoplossingen die complementair zijn met de wagen ontwikkelt en promoot. De diensten die Lab Box momenteel al in zijn portfolio heeft, zijn My Move (flexibel en groen fleet management), Lizy (digitaal leasing platform), Ush (gedeelde, elektrische en autonome shuttledienst) en Poppy (deelwagens). Begin dit jaar kwam daar nog CarASAP bij, een platform waar ondernemingen een wagen met chauffeur kunnen boeken. Het sluitstuk is Skipr, de flexibele mobiliteitsapp van Lab Box die het mogelijk maakt verschillende vervoersmodi te plannen, reserveren en betalen. “Als MaaS-oplossing heeft dit een holistische aanpak. Het wil niet alleen efficiënt mobiliteitsoplossingen met elkaar verbinden, maar dit ook op een geïntegreerde en intelligente manier doen, rekening houdend met het individu en zijn persoonlijke verwachtingen”, zegt CEO Michaël Grandfils.

 

BECI Community 29 oktober 2019
Deel deze post
TAGS 
Archiveren