Voor Voka en Beci eindigt mobiliteit niet aan de gewestgrenzen

11 oktober 2018 door
BECI Community

Voka en Beci bundelen de krachten om bedrijven uit Brussel en de Rand gezamenlijk te informeren over de werken aan de Leopold-II-tunnel en de Brusselse ring. De werkgeversorganisaties zullen ondernemers aansporen om een duurzaam mobiliteitsplan te ontwikkelen en alternatieven te zoeken voor het autosolisme.

De werken aan de Leopold-II-tunnel duren tot 2021 en kosten de Brusselse regering 463 miljoen euro. Deze tunnel slikt dagelijks 80.000 wagens, waarvan de helft pendelaars. De Vlaamse regering investeert 3 miljard euro in de hervorming van de Brusselse ring, het Brabantnet en de verschillende fietspaden en verbindingen tussen Brussel en de Rand. Voor de tramlijnen en de fietspaden wordt er nu al her en der gewerkt. De ring zelf wordt pas ten vroegste in 2021 onder handen genomen voor werkzaamheden die enkele jaren zullen duren. In de aanloopfase van deze werken willen Voka en Beci alle bedrijven uit Brussel en de Rand gezamenlijk informeren. “Communicatie en bereikbaarheid zijn topprioriteiten voor bedrijven. We zullen alle mogelijke data in real-time ter beschikking stellen aan ondernemers en pendelaars”, zegt Jan De Brabanter, secretaris generaal van Beci. “Een ondernemer wil vooraf weten hoe lang de werken duren en wat er verandert. Hij wil ook weten of hij nadien nog voldoende rendement zal halen. We willen zekerheid bieden.” Ook Peter Van Biesbroeck, algemeen directeur van Voka Vlaams-Brabant, benadrukt het belang van goede communicatie. “We hebben een duidelijk mandaat gekregen van de Vlaamse regering om bedrijven te informeren. Onze bereikbaarheidsmanager geeft automatisch alle informatie door aan Beci zodat zij die kunnen verspreiden aan de Brusselse bedrijven, en vice versa. Voor de werken aan de Brusselse tunnels is het zeer belangrijk dat bedrijven uit Vlaams-Brabant goed weten wat hen te wachten staat. Zo worden er minder sluipwegen gezocht en creëer je minder verkeerschaos.”

Alternatieven

Bij veel bedrijven in de Rand gebruikt 90 à 95 % van de werknemers de wagen voor het woon-werkverkeer. De helft bedrijfswagens, de overige privé. “Als iedereen zijn wagen blijft gebruiken aan de huidige bezetting van 1,1 persoon per wagen, geeft dat een enorme verkeerschaos, zeker als de werken op de ring beginnen,” zegt Peter Van Biesbroeck. “Een verkeersinfarct in deze regio heeft ook gevolgen voor heel het land. Maar er is meer nodig dan alleen de werken aan de Ring om de verkeersproblemen op te lossen. Daarom laten we bedrijven nu al nadenken over duurzamere alternatieven dan het auto-solisme. Die oplossing is een modal shift: mensen op een andere manier naar het werk krijgen. We bundelen alle interessante alternatieven voor de auto en stemmen die af op de behoeften van de ondernemers en hun personeel. Zo kunnen ze op basis van hun locatie en grootte de juiste keuzes maken. Vervolgens zullen we hen helpen om een mentaliteitswijziging bij hun medewerkers door te voeren. Gewoontes veranderen is de grootste uitdaging.”

Volgens de werkgeversorganisaties bestaan er veel alternatieven voor de wagen, al zijn die niet altijd even gekend. “De openbare vervoersaanbieders NMBS, MIVB en De Lijn bieden interessante abonnementen aan. Het is verrassend hoe weinig bedrijven dat weten”, zegt Van Biesbroeck. “Verder heb je fietsdelen in combinatie met allerlei apps en kunnen bedrijven inzetten op de fietsvergoeding of fietspremie, of de aankoop van een bedrijfsfiets aan interessante fiscale voorwaarden. En dan blijft er natuurlijk nog carpoolen. In de regio Zaventem-Diegem ondersteunden we een app voor carpoolen over de bedrijfsgrenzen heen. Na een jaar zitten we al aan 600 deelnemers. Chauffeurs genieten van voorbehouden parkeerplaatsen en een fiscaal voordeel. We dromen van één speler die mobiliteit echt als een dienst ziet en al die vervoerswijzen integreert in één app.” Bereikbaarheidsmanager Kasper Demol ziet ook mogelijkheden voor samenwerkingsverbanden tussen bedrijven. “10 bedrijven die samen een shuttlebus inzetten voor 50 werknemers, is veel efficiënter dan 10 bedrijven met elk een shuttledienst voor 5 werknemers. Die samenwerking tussen bedrijven willen we opzetten voor men aan de ring zelf begint te werken. Zeker voor kmo’s, die minder middelen hebben, is het interessant om aan te sluiten op de initiatieven van grote bedrijven of samenwerkingsverbanden.”

Beci lanceerde eind maart ook Mo; de Urban Mobility Popup in samenwerking met 24 private partners. “Met Mo; willen we de stedelijke multimodaliteit bevorderen, namelijk de keuze voor het meest geschikte vervoersmiddel voor een gegeven traject op een bepaald moment. De mobiliteitsvraagstukken zijn de afgelopen jaren aanzienlijk veranderd. Er zijn echter ook heel wat innovatieve oplossingen ontstaan, waaronder gedeelde mobiliteitsoplossingen, multimodale navigatie en micromobiliteit. Het onderwerp is complex maar er bestaan talrijke oplossingen. Het is onze taak om bedrijven te leiden naar de partners die op het terrein succesvol zijn. Een andere belangrijke doelstelling is om de verschillende mobiliteitsactoren te doen samenwerken, zowel privé als publiek. Kortom, het ecosysteem van de Brusselse mobiliteit doen rijpen en een collaboratieve dynamiek creëren. Een mirakeloplossing bestaat niet. De oplossing is te vinden in het bundelen van initiatieven en maatregelen die, indien coherent en effectief toegepast, een antwoord bieden op het vraagstuk,” zegt Ischa Lambrechts, adviseur mobiliteit bij Beci.

Promotie en gamification

Om de bedrijven te informeren over alle initiatieven die er bestaan, wordt er sterk ingezet op dialoog. “We bezoeken dit jaar een 100 tal bedrijven in de Rand”, zegt Peter Van Biesbroeck van Voka. “In eerste instantie bedrijven met meer dan 100 medewerkers om snel impact te genereren. Samen met onze bereikbaarheidsmanager proberen we ook alle bedrijven uit de Rand via infosessies te informeren en samenwerkingsverbanden op te zetten. Het is zeer belangrijk dat bedrijven verschillende mobiliteitsoplossingen vooraf uitproberen en testen om er voeling mee te krijgen. We starten ook een lerend netwerk op waar we bedrijven samenbrengen om hun kennis en ervaring te delen over de verschillende modaliteiten. Er is echt veel goesting om samen te werken.”

Beci zal de komende jaren in samenwerking met Maestromobile  Critical MaaS  blijven organiseren. “Elke onderneming die deelneemt, stelt een manager aan die zich een week lang inzet om voor zijn/haar verplaatsingen gebruik te maken van verschillende verplaatsingsmodi,” zegt Jan De Brabanter. De deelnemer kan alle diensten gebruiken die verkrijgbaar zijn in Brussel en de Rand. Hoewel hij zijn eigen auto mag gebruiken, is het de bedoeling dat hij nieuwe verplaatsingswijzen uitprobeert en multimodaliteit ontdekt.

De werkgever kan wel een kader creëren, het is belangrijk dat de werknemer uiteindelijk zijn gedrag aanpast. “Ze moeten ook een mentaliteitsshift maken”, zegt Van Biesbroeck. “Bij jonge medewerkers zien we dat ze een bedrijfswagen niet meer als een prioriteit beschouwen. Het maakt hen niet uit met welke vervoersmiddelen ze op hun werk geraken: als ze er maar vlot geraken. We doen ook een oproep naar de sociale partners en de vakbonden om mee te helpen dit project te realiseren.

De files zorgen voor frustraties bij de medewerkers en een verstoorde work-life-balans. Dat maakt het voor werkgevers dan weer moeilijker om werknemers te behouden of aan te trekken. Waardoor bedrijven soms verhuizen, wat zowel wij als Beci niet graag zien gebeuren. De investeringen in betere mobiliteit wegen niet op tegen de meerwaarde van tevreden en gemotiveerde werknemers.”

Juridisch

De laatste jaren zijn er heel wat nieuwe vervoersmodaliteiten ontstaan. Voka en Beci hebben een boodschap voor de overheden. “Zolang er geen eenduidig fiscaal en wettelijk kader bestaat, is er geen rechtszekerheid voor bedrijven,” stelt Jan De Brabanter. “We roepen de overheden op om het wettelijk kader af te stemmen op al die duurzame vervoersoplossingen. De invoering van een echt mobiliteitsbudget is één van de speerpunten van de mobiliteitsvisie van Beci. De cash-for-car-regeling is voor ons altijd onvoldoende geweest. Met het nieuwe wetsvoorstel is een stap in de goede richting gezet maar het is nog niet optimaal. Zo werd bijvoorbeeld het klassiek autoverhuur niet in het voorstel opgenomen. Verder is het belangrijk dat we beschikken over real-time data van de werven in Brussel. We kunnen die informatie omzetten en communiceren aan de bedrijven en pendelaars. Mobiliteit eindigt immers niet aan de gewestgrenzen, dus willen we ook met onze samenwerking die grenzen overstijgen.”

BECI Community 11 oktober 2018
Deel deze post
TAGS 
Archiveren