Pandemie: lessen van de schipbreukelingen

11 mei 2021 door
BECI Community

[genodigde artikel]

1972, de familie Robertson, 38 dagen op zee.

1974, het echtpaar Bailey, 117 dagen op zee.

1997, Tony Bullimore, Vendée Globe zeiler, schipbreuk geleden op zee.

2002, twee schipbreukelingen in de Indische Oceaan, 20 dagen op zee.

Januari 2014, José Salvador Alvarenga, 438 dagen op zee.

Dit zijn vijf verhalen van schipbreuken en vooral van schipbreukelingen. Vijf verhalen over een schok, over een breuk tussen een verleden, een lopend project en een onverwacht voorval dat een grote ontreddering veroorzaakte, naast verlies van referentiepunten en geweldige onzekerheid.

Luc-Christophe Guillerm beschrijft dat alles in zijn artikel “Psychologie van de schipbreukeling” in het februarinummer 2021 van het tijdschrift Cerveau&Psycho. Hij licht de schok van de schipbreuk toe en vervolgens de overleving dankzij de inzet van specifieke psychologische hulpbronnen.

Een dergelijke schok hebben we allen in maart 2020 meegemaakt: een noodsituatie en een plotselinge breuk met wat voorafging. Adrenaline spoort ons aan om de noodtoestand op een georganiseerde manier aan te pakken, onze vechtlust te tonen en impulsieve solidariteit te ontwikkelen. Dat schrijft Merete Wedell Wedellsborg in het artikel dat ze op 5 januari 2021 in de Harvard Business Review publiceerde: “How to lead when your team is tired… and so are you”.

De druk is er omdat je de schok moet verwerken en snelle oplossingen moet vinden om te overleven of om de continuïteit te verzekeren. Zo tracht je jezelf te stabiliseren. De gebruikelijke omgeving is vernietigd, een situatie die grote angst, ja zelfs paniek verwekt.

De schok, met zijn adrenalinestoot en zijn intense en vitale mobilisatie, vervaagt daarna. Hierop volgt een lange periode van onzekerheid. De schipbreukelingen ervaren barre en vijandige levensomstandigheden. Op hun vlotten of geïmproviseerde kano’s worden ze voortdurend met extreme risico’s geconfronteerd. Een eventuele redding is louter hypothetisch. Ze moeten zich voorbereiden op ellenlange dagen en nachten op hun geïmproviseerd vlot.

De tweede coronagolf die we sinds oktober 2020 meemaken, sleept eveneens aan. Hij gaat gepaard met gezondheidsmaatregelen en beperkingen van onze mobiliteit en onze vrijheden. Merete Wedell Wedellsborg heeft het over ‘pandemische vermoeidheid’, ‘mentale mist’, ‘langdurige leegte’ of ‘eindeloos wachten’. Ze stelt ook vast dat er geen opwinding meer is in de tweede golf. Hij is anders dan de eerste: de vastberadenheid, de energie, de focus en de nauwgezetheid zijn ver te zoeken.

Op hun fragiele geïmproviseerde bootjes kampen schipbreukelingen met één groot gevaar: de passiviteit die leidt tot ontmoediging en wanhoop. Maar er ligt nog een ander gevaar op de loer, namelijk de ontaarding van hun verhouding tot de realiteit, aldus Luc-Christophe Guillerm. Hun perceptie van de tijd verschuift en ruimtelijke en temporele grenzen raken verward. Verleden en toekomst verdwijnen. Alleen het nu bestaat nog. Psychische stoornissen bedreigen deze dolende zielen. En vermoeidheid. De gezonde druk daalt, wat verveling en uitputting veroorzaakt. Of erger.

Om dat te overwinnen is doorzettingsvermogen vereist, een ‘psychologisch uithoudingsvermogen’, nu de urgentie rond de schok achter de rug ligt. Schipbreukelingen hebben geen andere keuze dan zich te vermannen, willen zij enige kans hebben om te overleven. Deze constructieve houding laat toe om actieve en positieve strategieën te ontwikkelen, ook al wisselen die in deze lange periode van onzekerheid meestal af met fasen van diepe moedeloosheid.

Overlevenden van schipbreuken maakten na de schok snel een inventaris van hun middelen en begonnen overlevingsactiviteiten te plannen, zegt Dr. Guillerm. Dit is van groot belang om verbijstering, slordigheid en angst te bestrijden. Die activiteit ontwikkelt trouwens een gevoel van herwonnen controle of althans van ‘waargenomen controle’. Dat subjectieve vermogen wisselt van mens tot mens en berust op objectieve elementen als eigen vaardigheden, het beschikbare materiaal, de beschikbare middelen, enz. Hoe groter de waargenomen controle, hoe efficiënter de overlevende met stress en angst zal omgaan.

In zijn boek ‘Me, myself and us. The science of personality and the art of well-being’ benadrukt Brian Little de begrippen ‘interne controlelocus’ tegenover ‘externe controlelocus’ die verband houden met het niveau van individueel welzijn. Het is een dimensie van de persoonlijkheid die de persoon doet geloven in zijn of haar vermogen om gebeurtenissen positief te beïnvloeden (interne locus) en dus dat hij of zij op zichzelf alleen of bijna alleen mag vertrouwen of, integendeel, een dimensie die de persoon aanzet zich te laten beïnvloeden en gebeurtenissen te ondergaan (externe locus). Hoe interner de locus, hoe meer de persoon gelooft in zijn of haar vermogen om de loop van de gebeurtenissen te veranderen en zijn of haar projecten, leven en welzijn positief te beïnvloeden. Hoe externer de locus, hoe meer macht er wordt gegeven aan al wat de persoon overvalt en zij gelooft niet dat zij er veel aan kan doen.

In 1979 presenteerde de psychologe Suzanne Kobasa drie hoofdpijlers van stressbestendigheid of ‘psychologisch uithoudingsvermogen’. De ‘waargenomen controle’ over de situatie of de gebeurtenissen is daar een van.

De tweede pijler is betrokkenheid bij een aantal activiteiten. De schipbreukelingen stelden een diagnose en begonnen activiteiten te plannen. Op hun eentje, als ze alleen waren. In groep als ze samen in een reddingsbootje zaten. Deze activiteiten nemen de vorm aan van rituelen die ritme geven aan de dag en de ondergang van temporele en ruimtelijke referentiepunten tegengaan.

In haar artikel voor HBR France beveelt Merete Wedell Wedellsborg aan dat bedrijven en teams de grote uitdagingen identificeren die zich in de komende maanden of in het komende jaar zullen voordoen en hun psychologisch uithoudingsvermogen daarop afstemmen. Het betekent prioriteit geven aan wat niet dringend was maar belangrijk wordt, om ervoor te zorgen dat bedrijven en teams sterker uit deze crisis komen. Het betekent dus eerder onvervulde voornemens omzetten in tastbare daden.

Het bedenken van nieuwe managementrituelen om iedereen elke dag te motiveren, daar komt het op neer. Het mentale en emotionele welzijn van teams staat centraal. Het is belangrijk dit te erkennen en er actief aan te werken.

De derde pijler van stressbestendigheid is de ontwikkeling van een positieve kijk op verandering. Dat hadden alle overlevende schipbreukelingen gemeen. Zij waren in staat hun cognitieve hulpbronnen te mobiliseren door zich te richten op de positieve elementen van een situatie en niet louter op de risico’s. Kortom, “wat leer ik van die situatie?”. Zij waren in staat negatieve gedachten recht te trekken en werden er minder door afgeleid. Brian Little merkt op dat het risico van mislukking in een project veel groter is als het veel ruimte voorziet voor negatieve emoties zonder die om te zetten. Omgekeerd is de belangrijkste factor van succes een gevoel van self-efficacy of controle over de dingen.

De schipbreukelingen hebben ook hun imaginaire bronnen gemobiliseerd. Ze dagdroomden van betere tijden, om inspirerende projecten voor de toekomst te creëren. Nadenken over de toekomst is een manier om overleving te verzekeren, zonder zich uitsluitend te richten op de moeilijkheden van het hier en nu, schrijft Luc-Christophe Guillerm.

In het DNA-artikel legt Christian Clot tijdens een interview uit dat hoe moeilijker de situaties zijn, hoe meer de mentale belasting door de complexiteit ons vermoeit, ons stress bezorgt en ons daardoor nog meer vermoeit. Alleen verrassing en verwondering kunnen ons uit deze vicieuze cirkel halen: een beeld, een geur, een verhaal dat de zoektocht naar plezier aanwakkert en waarop wij in geval van moeilijkheden terugvallen.

De schipbreukelingen hebben zich bij hun lot neergelegd. Maar zij legden zich er positief bij neer in de hoop van een gelukkige afloop, ergens op een verre en onzekere dag. Hun overlevingsprincipes overnemen is niet gemakkelijk. Maar het zijn noodzakelijke en heilzame beginselen.

Bronnen:

• “Comment diriger quand votre équipe est fatiguée… et vous aussi”. Harvard Business Review van 5 januari 2021, door Merete Wedell Wedellsborg.

• “Me, Myself and Us. The science of personality and the art of well-being”. Brian R. Little. Uitgeverij Public Affairs Book.

• Magazine Cerveau&Psycho van februari 2021, nr. 129. Artikel “Psychologie du naufragé”, door Luc-Christophe Guillerm

• “Abandonnons la résilience : place à l’adaptation !” Een interview van Christian Clot door Nastasia Hadjadji.

 

Over de auteurs

OSICS Sprl / info@becoming-leader.com / tel.: 0470.12.76.36

Leiderschapsontwikkelingsprogramma ‘Devenez Leader’

Consultancy – Coaching

BECI Community 11 mei 2021
Deel deze post
Archiveren